Zowat een maand na de release van
'Looking back in blue' blijkt Scott Yoders meeslepende debuut een
album dat bij elke beluistering dieper onder de huid kruipt en ook
hoe langer hoe meer melodieën prijsgeeft. Een wezenlijke bijdrage
ter versnelling van dit proces leverde vast en zeker ook de
expressieve liveperformance die zopas enkele keren in onze contreien
te aanschouwen viel. In de aanloop naar zijn optreden in Brussel, een
dag na een overtuigende prestatie in Luik, geeft Yoder wat meer
duiding bij de nieuw opgestarte carrière, onder meer met betrekking
tot het uiteenvallen van The Pharmacy.
Yoder: Ik zat vast in een
routine, en ook wat in een verwachtingspatroon. Waar we wel zo
begonnen zijn, was The Pharmacy eigenlijk al lang geen samenwerking
meer en hebben we naar de buitenwereld toe te lang blijven
pretenderen een echte band te zijn. Ik had er steeds meer moeite mee
er niet gewoon voor uit te komen dat dat in feite niet langer het
geval was. Momenteel voelt het dan ook eerlijker me als solo-artiest
te presenteren die de nummers schrijft en ze de andere groepsleden
aanleert. Uiteraard neemt dit niet weg dat ze een deel van hun
eigenheid in het geheel binnen brengen en een belangrijke aanvulling
op de sound leveren.
Hoewel de manier van werken dus niet
fundamenteel verschilt met enkele jaren geleden, en ook Stefan Rubicz
al snel aan boord van het nieuwe project werd gehesen, kan je
inderdaad toch spreken van een duidelijke stijlbreuk, waarbij je
akoestische twelve-string onmiskenbaar een centrale rol speelt.
Yoder: Nu is het allemaal
vrijer. Ik zit niet langer vast aan het genre garagerock of hoe je
het ook wil noemen. Het kan nu meerdere richtingen uit, eigenlijk
zoals de song het dicteert. Die twelve-string heb ik al een aantal
jaren, ze is bijna antiek, maar ze werkt goed voor waar we mee bezig
zijn. Toen ik helemaal alleen begon op te treden, heb ik ze
gedowntuned naar C in de stijl van Leadbelly en consoorten. Indertijd
gebeurde dat om dichter bij het idee van een hele band komen. Je hebt
wat meer een basgevoel aangevuld met een rijke keuze aan hoge snaren.
Wat oorspronkelijk een aanvang nam
als een stripped down akoestisch project, groeide ondertussen uit
tot een volledige groep. Toch blijft de folky spirit doorheen de
songs waren.
Yoder: Met al die nummers die we
nu brengen als viertal, ben ik vorig jaar in mijn eentje de baan
opgetrokken; gewoon om te weten dat ik daartoe in staat ben. Zelfs
helemaal solo stonden de songs er en wekten ze een volledig
afgewerkte indruk, vandaar dat hun originele feel nog steeds zo sterk
aanwezig blijft. Dit is trouwens iets dat ik nooit geprobeerd had
toen ik in een band zat.
Dat opzet past wonderwel bij je
uitstraling van reizende troubadour. Terwijl de reputatie van
Seattle's bloeiende muziekscene op heel wat muzikanten de
aantrekkingskracht van een magneet uitoefent, lijk jij, als inwoner
van de stad, niet echt honkvast. Je hebt eerder de allure van een
globetrotter die zich al snel laat waaien naar waar de wind hem
brengt.
Yoder: Veel tijdsgenoten en
vrienden doen het binnen hun zelf getrokken kader heel erg goed en
zijn inderdaad tevreden met veel in Seattle te spelen en zo nu en dan
eens een tour langs de westkust te ondernemen. Voor mij mag het wat
meer zijn. Ik ben dan ook niet geboren en getogen in die stad.
Oorspronkelijk groeide ik op in de staat New York, waarna ik een
tijdje in Pennsylvania woonde om uiteindelijk op een eiland voor de
kust van Seattle te belanden. Ik schipperde een hele poos over en
weer tussen mijn moeder in het oosten en mijn vader in het westen van
Amerika. Op jonge leeftijd ontwikkelde ik dus al een goed idee over
de manier waarop je moet reizen. Vanaf het moment dat ik een jaar of
tien was, nam ik al alleen het vliegtuig.
Hoe kwam je eigenlijk bij het
Italiaanse Annibale Records terecht?
Yoder: Ik ontmoette Luca, die de
helft van het label uitmaakt, geregeld met The Pharmacy. Hij wilde
dat we vaker naar Italië kwamen en hielp mee optredens te regelen.
Hij was altijd een grote steun bij alles wat ik deed, en toen ik hem
vorige zomer het album liet horen dat ik pas klaar had, was hij er
helemaal weg van. Hij wilde voortaan niet alleen optreden als booker
maar ook de langspeler op de markt brengen; en dat is geweldig.
Nu gaan we je waarschijnlijk nog
frequenter in Europa aan het werk zien?
Yoder: Ik denk het wel, ja.
Normaal gezien maken we dit najaar alweer de oversteek. Ik houd veel
van Luca's aanpak, en ik speel erg graag in Italië. Deze
concertreeks gaan we er zelfs acht keer optreden, terwijl dat vroeger
beperkt bleef tot twee à drie shows.
Tijdens je performance in de Live
Club (Luik) wekte je een bevrijde indruk. Gesteld dat je meer
overkwam als je echte zelf, heeft je persoonlijkheid beslist een naar
drama neigende kant.
Yoder: Zeker, ik ben ook al lang
fan van theatrale voorstellingen. Eén van mijn lievelingsfilms is
bijvoorbeeld 'The blue angel' met Marlene Dietrich. Die weirde, bijna
decadente sfeer van zulke oude films, vooral Europese, heeft in zekere
mate een invloed op mij en wat ik nu doe uitgeoefend. Ik heb heel
veel films gekeken thuis. Het drama dat ik op het podium uitdraag
heeft daar beslist mee te maken.
The Pharmacy blonk altijd uit in erg
cinematografische videoclips van de hand van drummer Brendhan Bowers.
Jullie hadden elkaar dus perfect gevonden als filmfanaten?
Yoder: Dat is zo. In
tegenstelling tot mezelf had hij daarenboven ook kennis van de
technische kant van het medium. Bij mij is er die interessante
tegenstelling tussen oprechte appreciatie voor deze kunstvorm en zo
goed als geen benul over hoe het zelf tot stand te brengen. Misschien
komt dat er ooit wel nog van.
Is er eigenlijk een reden waarom je
op 'Looking back in blue' teruggrijpt naar enkele nummers van
'Sisters under the mink' en 'The trespasser' helemaal links laat
liggen?
Yoder: Simpelweg door de timing.
Ik schreef de songs van 'The trespasser' namelijk pas vlak nadat ik
dit album had opgenomen. De ep bracht ik snel helemaal zelf uit om
vorige herfst iets te hebben om mee rond te kunnen trekken.
Heb je tenslotte al concrete
toekomstplannen?
Yoder: Na deze passage in Europa
gaan we zeker weer opnemen. Voor we terug naar de VS vertrekken
hebben we nog een paar dagen vrij in Italië en dan staat al een
eerste sessie gepland. Deze zomer trek ik ook weer de studio in met
Stefan en Conor Kiley die zowat vaste groepsleden zijn geworden. Op
de vorige plaat heeft Conor trouwens alle drums ingespeeld, dat is
eigenlijk zijn eerste instrument. Live werk ik voorlopig nog met
wisselende drummers.