dinsdag 25 oktober 2016

BOYTOY in Le Chaff (Brussel) op 24.10.16

Als locatie voor hun livedebuut op Belgische bodem kwam BOYTOY in de gezellige eet- en drinkgelegenheid Chaff op het Brusselse Vossenplein terecht.


Van meet af aan blijkt dat het trio uit Brooklyn op de planken beduidend meer een authentieke diy-spirit uit draagt dan op de alweer uit 2015 stammende langspeler 'Grackle' waar het frame van de opbouw aan is opgehangen. Eerder dan op power en energie mikken de dames met hun natuurlijk rammelende kadans waarboven Saara Untracht-Oakner het merendeel van de vocale lead voor haar rekening neemt en Glenn Van Dyke zich ontpopt tot uiterst interessante gitariste, op een rafelige gitaarpoppy feel. Aanvattend met het catchy garagerockduo 'Pulp' en 'Building an Empire' krijgen de aanwezigen een stilistisch gevarieerde show voor de kiezen waarin naast enkele stonerbluesy grooves ook onder meer een aantal psychedelische en grungy elementen hun plaats vinden.

Terwijl zowel enkele nieuwe nummers als wat ouder werk uit het titelloze debuut mee hun opwachting maken, worden de meeste singles met onder andere het dromerig poppy 'Wild One' en de levendige gitaarrock van 'Your Girl' het gros van de singles die de band reeds bij elkaar pende voor het tweede deel van de zowat drie kwartier durende performance opgespaard. Als toegift sluit het quasi onmiddellijk aan de reguliere setlist vastgeplakte, hitgevoelige 'Postal' het sympathieke, complex- en pretentieloze optreden af. 

https://www.facebook.com/Over-from-underground-1466055173714208/

zaterdag 22 oktober 2016

Mozes and the Firstborn in De Effenaar (Eindhoven) op 21.10.16

Ruim anderhalve maand na de release van 'Great Pile of Nothing' brengt hun promotour Mozes and the Firstborn naar thuishaven Eindhoven.


Enigszins verrassend vat het viertal aan met een uitgesponnen versie van 'Party Crasher'. Bij wijze van een soort captatio benevolentiae voor de aanwezigen die nog niet bekend zijn met de nieuwe plaat, ligt de focus - met onder andere 'Peter Jr.' en een stilistisch aan het recente werk aangepaste versie van 'I Got Skills' – aanvankelijk overigens voornamelijk op hun debuut. Met hier en daar reeds een binnensijpelend nieuw nummer ('Land of a 1000 Dreams', 'Crybaby') mist deze aanpak, gedragen door een uiterst expressieve performance van frontman Melle Dielesen, zijn doel duidelijk niet.

Op het moment dat de toeschouwers immers overtuigend bij het nekvel gegrepen zijn, draaien de verhoudingen, met weliswaar nog enkele sporadischer opduikende oudere publieksfavorieten aangevuld met het enthousiast onthaalde duo 'What Am I Worth' en 'Marianne' uit de splitsingle met Roland Cosio als intermezzo, geleidelijk aan om waardoor tijdens het tweede deel van de show onder meer 'OC/DC', 'Crawl' en 'Till the Feeling's Gone' zich in hun volle glorie kunnen ontplooien en zo de onderhuidse geladenheid van het nieuwe album volledig prijs geven. Voor de bisnummers verschijnt Dielesen aanvankelijk helemaal in zijn uppie ten tonele voor een pakkend breekbare versie van albumafsluiter 'Cruel Wide World'. Als de andere bandleden vervolgens weer op het podium verschijnen, plaatst Mozes and the Firstborn nog een heftig orgelpunt dat nog lang nadat de laatste zinderende noot uitdoofde onmiskenbaar weerklank vindt aan de merchandisestand.

Eindhoven kreeg op die manier een intens, gevarieerd en energiek optreden voor de kiezen dat de hooggespannen verwachtingen helemaal inloste.



dinsdag 11 oktober 2016

Scully – 'No Sense': sfeervol catchy

Met hun dromerige indiesurf plaatsen de drie dames en heer van Scully zich op de zes nummers tellende debuut-ep 'No Sense' resoluut in het zog van La Luz met wie ze eerder al een split-single deelden. Zo leggen beiden een organische en tegelijkertijd dynamische groove neer, en koppelen ze glasheldere techniciteit aan een indringende muzikale gevoeligheid.


Wel komt het viertal uit Brooklyn misschien iets potiger voor de dag door hun sprankelende ritmes en frivole surflead instrumentaal verder in te kleuren met een van onder andere noise, wave en grunge-elementen gebruik makende tweede gitaar i.p.v. keyboards. Terwijl de zweverig in de mix liggende vocalen aan een stuk door popgevoelige melodieën brengen, weet de band, ondanks het beperkte ep-format, alsnog een duidelijke opbouw in het album te brengen. Waar het plaatje aanvat met het snedigere, up-tempo materiaal, besluit het even later overtuigend met twee eerder hypnotizerende, slepende nummers.

Getooid met een handvol catchy, sfeervolle en meeslepende songs, is 'No Sense' met andere woorden een prima debuut dat alvast reikhalzend laat uitkijken naar toekomstig werk.


https://www.facebook.com/Over-from-underground-1466055173714208/?ref=bookmarks

maandag 3 oktober 2016

Interview Mozes and the Firstborn: Moeder, waarom leven wij?

Temidden het almaar onrustiger woeden der wereld heeft Mozes and the Firstborn zich met een nieuw elan uitermate succesvol weten te herlanceren. Na een relatief lange periode van nagenoeg volledige windstilte naar de buitenwereld toe jaagt het bevlogen Nederlandse viertal in 2016 de productiviteit ouderwetse hoogtes in, met als voorlopig resultaat - in een tijdspanne van een trimester of twee – alvast een ep (februari), een split-single (juli) en het fenomenale full album 'Great Pile of Nothing' (september) bij op de teller. “En daar houdt het hoogstwaarschijnlijk niet op,” aldus Melle Dielesen, “we hebben nog een aantal nummers opgenomen die hun plaats tot dusver niet vonden op één van deze releases en die we later op het jaar nog willen uitbrengen onder één of andere vorm.” 


Maar liefst drie keer, telkens naar aanleiding van één dezer sleutelmomenten, maakt de vriendelijke frontman tijd voor een praatje; een eerste keer in de al even sympathieke, middernachtelijke lobby van een Brussels hotel volgend op een geslaagd Belgisch live-tweeluik samen met together PANGEA, en vervolgens twee keer op een drukkend warme zomeravond in de gezellige woonst die hij even ten noorden van Eindhoven betrekt en die tevoren zijn oma een dak boven het hoofd verschafte. De kiem van de huidige erg vruchtbare tijd ontsproot in een mentaal uiterst donkere periode vol algehele vertwijfeling en existentialistische overpeinzingen waar Dielesen langdurig ten prooi aan viel. Als eerste nieuwe wapenfeit stuurde de band afgelopen winter het majestueus slepende 'Nowhere Bound' de wereld in.

Dielesen: De tekst van die song vat exact mijn emotionele wederwaardigheden van een gans jaar samen. Ik wist met name een hele poos totaal niet meer waar ik stond in mijn leven en vroeg me af of er überhaupt nog wel een punt aan was. Toen de wanhoop me overviel hadden we eigenlijk net een nieuwe langspeler volledig klaar, gemastered en al. Het voortbestaan van de band hing op dat moment aan een zijden draadje en we beslisten dan ook dat werkstuk niet op de markt te brengen. Daarna heb ik heel lang mijn gitaar niet aangeraakt, omdat ik er simpelweg geen zin in had. Uiteindelijk heb ik mezelf zowat verplicht weer te gaan spelen, anders zou het er misschien niet meer van gekomen zijn. Om de roest wat uit mijn vingers te krijgen, besloot ik gewoon de meest clichématige rockriff die ik kon bedenken op de snaren te rammen. Dat klonk aanvankelijk nergens naar, maar toen ik er haast intuïtief een couplet aan toevoegde, kreeg ik eensklaps vertrouwen in de zaak en ik raakte al snel op dreef. In amper twintig minuten werd 'Nowhere Bound' aldus een feit, inclusief de volledige tekst. En dat betekende dan meteen een nieuwe start. Daarna bleven de nummers maar komen. Op een drietal maanden tijd hebben we er met de hele groep zowat dertig opgenomen, waaronder enkele herwerkte versies van songs uit het niet-gereleasede album.

Dat je in de videoclip van die comeback-single rondloopt met een schedel in je handen valt hoogstwaarschijnlijk op te vatten als een verwijzing naar 'Hamlet'?
Dielesen: Vast en zeker. Vorige zomer las ik het stuk voor het eerst. Door het archaïsche Engels deed ik er behoorlijk lang over, maar het heeft niettemin een immense indruk op mij nagelaten. De centrale vraag in 'Hamlet' sluit natuurlijk nauw aan bij de problemen waar ik lang mee worstelde, en daar geeft de clip een knipoog naar. Dat ik me los daarvan verkleedde als een soort Engelse dandy vond ik dan weer gewoon grappig.

Daarenboven duikt nog een naar de ep-titel refererende Power Ranger op.
Dielesen: De tv-serie was erg populair op het moment dat ik een jaar of vier à vijf was. Van mijn moeder mocht ik daar toen in feite nooit naar kijken omdat ik er wild en agressief van werd. Alsnog kwam het beeld tijdens het schrijven onlangs bij me op van de Power Rangers die me in moeilijke periodes bij de hand zouden kunnen nemen. Het heeft heel veel te maken met mijn jeugd. Uiteindelijk denk ik dat al mijn liedjes voor een groot stuk voortvloeien uit hoe ik ben opgegroeid. Hoewel ik natuurlijk best over bepaalde onderwerpen van buitenaf kan schrijven, stop ik er onvermijdelijk altijd iets van mezelf in.

Je formuleert het dan wel op een dusdanig poëtische manier dat het niet te eenduidig en vanzelfsprekend wordt?
Dielesen: Naar dat ideaal werk ik inderdaad toe. De laatste tijd ben ik me ook iets meer gaan concentreren op de teksten dan voorheen. Vandaar dat we de 'Power Ranger' ep hebben uitgebracht als boekje met, naast foto's en een downloadcode voor de muziek, veel aandacht voor de lyrics. Ook al klinkt het bijna als een gemeenplaats bij een tweede album, toch heeft dat aspect onmiskenbaar aan belang gewonnen.

Vreemde eend in de bijt

Wat opviel bij de recente optredens was dat jullie, wetende dat de pletwals together PANGEA er zo meteen aankomt, zich niet laten opjagen en de nummers de tijd en ruimte geven volledig tot hun recht te komen. Dat jullie aan de verleiding kunnen weerstaan de snelheid wat op te voeren, lijkt een teken van groot zelfvertrouwen?
Dielesen: Dat doen we heel bewust. Onze drummer Raven is daar erg mee bezig. Het toeval wil dat hij ook helemaal instond voor het opname- en productieproces van de ep, en dat er wel wat parallellen vallen te trekken met Michel “Magic Stick” Schoots van Urban Dance Squad die zowel onze debuutlangspeler als diens opvolger die we dus niet uitbrachten heeft geproducet. Beide drummers hebben na een tijd bij hun eigen band de studioproductie in handen genomen, en beiden zijn enorm gefocussed op de clicktrack. Michel is echt extreem strak. Ooit heeft men gemeten welk publiek het meest in de maat meestampte en -klapte met een optreden en dat bleek dus bij Urban Dance Squad te zijn, op Pinkpop '92 als ik me niet vergis. Dat is een rechtstreeks gevolg van in alle omstandigheden heel cool te kunnen blijven. Wij hebben de keuze gemaakt dat eveneens na te streven, zelfs al speelt erna een band die de gashendel helemaal open draait en voel je dat via het publiek alvast aankomen.

Jullie hebben bijna anderhalf jaar lang weinig tot niets van zich laten horen, vooraleer plotsklaps met een ep en aangekondigde langspeler op de proppen te komen. Voelde je nergens de nood onder de aandacht te brengen waar je mee bezig was?
Dielesen: We hadden indertijd net extreem veel gespeeld, en op een gegeven moment hebben we echt even rust gepakt. We moesten overal wat afstand van kunnen nemen en alles eens van een andere kant bekijken. An sich hield de band zelfs even helemaal op te bestaan. Daarna hebben we de tijd genomen terug op gang te komen zonder dat op een bepaalde manier mensen meekijken. Als je iets via de sociale media bekend maakt, wordt dat immers meteen opgepikt en dikwijls buiten proportie opgeblazen, terwijl wij ons gewoon helemaal wilden concentreren op de muziek zoals wij die zelf voor ogen hadden. Daardoor kwam de ep best wel uit de lucht vallen.

Hebben jullie altijd zelfzeker jullie eigen ding gedaan, of heb je in het verleden wel eens een soort druk gevoeld om in een bepaalde richting te evolueren, bijvoorbeeld toen Mozes and the Firstborn bij garagelabel bij uitstek Burger Records aan boord ging?
Dielesen: Eigenlijk niet; nu ja, misschien een heel klein beetje helemaal in het begin. Ik herinner me dat we in een opwelling wel eens durfden roepen dat we zoals de Black Lips wilden klinken en soortgelijke shows geven, al hebben we dat nooit echt in de praktijk omgezet. Dat het garagerige er nu nog ergens wel inzit, wijt ik immers eerder aan andere zaken. 'Living Dummy' van together PANGEA was de eerste Burgerplaat die ik kocht en dat was voor mij iets heel nieuws, fris en opwindends dat me helemaal omver blies. Toen we wat later zelf bij Burger zaten was die invloed er waarschijnlijk een beetje ingeslopen. Ik heb altijd gevonden dat we niet per se een garageband hoefden te zijn omdat dat vaak nogal sound-gerelateerd is. Al vind ik dat gruizige weliswaar super tof, is het mij de laatste tijd volledig duidelijk geworden dat ik op zich gewoon steeds betere nummers wil maken met een iets ander geluid. Hoewel ik dat niet heel vaak doe, luisterde ik onlangs nog eens terug naar ons eigen debuut, waarbij ik constateerde dat dat ook al wel behoorlijk gecontroleerd klinkt. Terwijl we enerzijds heel veel geluk hadden dat Burger Records ons oppikte, en het geweldig is er deel van uit te maken, besef ik tegelijkertijd dat we anderzijds toch wat een vreemde eend in de bijt zijn. We zijn niet de meest typische band op het label. Dat is ook niet erg; ik hoef niet noodzakelijk in een bepaalde scene te zitten.


Sinds die introductie tot de typische Burgersound is together PANGEA tot op de dag van vandaag een belangrijke rol blijven spelen in jullie ontwikkeling. Hoe is dat eigenlijk allemaal zo gekomen?
Dielesen: Nadat ik 'Living Dummy' door toedoen van onze gitarist Ernst op de kop had getikt, draaide ik de plaat gedurende een jaar helemaal grijs. Vervolgens speelden we hier in Eindhoven in Altstadt als voorprogramma van Mikal Cronin. Die bleek Erik Jimenez (ondertussen ook bij Meatbodies) en Cory Hanson (nu Wand), die indertijd beiden in together PANGEA zaten, in zijn begeleidingsgroep meegebracht te hebben. We konden het meteen goed met elkaar vinden, ze kwamen de volgende dag bij mij thuis ontbijten en we hielden contact. Toen we merkten dat ze ten tijde van 'Badillac' gingen toeren in de VS, hebben we gewoonweg een email gestuurd dat we voor die concertreeks best graag wilden fungeren als opener. Ze reageerden onmiddellijk positief, en voila... Daarna hebben we hen in Amerika pas echt goed leren kennen.

Hadden zij er eigenlijk een hand in dat jullie bij Burger Records terecht zijn gekomen?
Dielesen: Neen, we tekenden daar al eerder bij. In 2013, toen ons debuut net uit was, speelden we tijdens Noorderslag een show samen met traumahelikopter uit Groningen. Die hadden Lee van Burger uitgenodigd via een soort van fonds. Blijkbaar lieten we een erg goede indruk na, want hij informeerde ons quasi meteen na het optreden dat ie ons graag wilde uitbrengen op cassette en vinyl. Sindsdien verzorgen zij dus onze releases in de VS, terwijl Top Notch dat voor Europa blijft doen. Geheel toevallig zaten we voor Amerika ook bij hetzelfde boekingskantoor (Billions) als together PANGEA, wat het samen op de affiche terecht komen natuurlijk vergemakkelijkte. Alle puzzelstukjes vielen dus eigenlijk op de juiste plaats. Later is ook het label dubbelshows gaan organiseren.

En inmiddels brachten jullie ook een split-single op de markt met Roland Cosio, de huidige gitarist van together PANGEA, die hiermee zijn solodebuut maakt. Zou je, om het ongenuanceerd te stellen, kunnen zeggen dat jullie twee nummers een prima beeld schetsen van Mozes and the Firstborns genre? Terwijl 'Marianne' zo uit de pen van Kurt Cobain had kunnen komen en zodus sterke nineties invloeden verraadt, gaat 'What Am I Worth' meer een in de sixties verankerde psychedelische garagerockrichting uit.
Dielesen: Zeker; ik ben alleszins een enorme Nirvana-fan. Verder waren we, zoals gezegd, bij ons debuut flink op het garage-, sixtiesachtige ding geconcentreerd, terwijl een nummer als 'Gimme Some' toch ook behoorlijk wat jaren 90-elementen bevat. Daarnaast kan je er tevens een sterke lofi-invloed in ontwaren. Voor een stuk zal dat er wel zijn oorsprong in vinden dat ik veel hield van groepen als Guided By Voices en Sebadoh, al vermoed ik dat het voornamelijk komt omdat ik destijds als preproductie veel zelf op viersporenrecorder heb opgenomen. Uiteraard hebben we uiteindelijk wel alles op computer gedaan, maar het geëxperimenteer dat eraan voorafging omdat we niet echt wisten hoe het allemaal werkte, heeft in zekere mate ook zijn stempel gedrukt op het totaalplaatje. Ondertussen is Raven studiotechnisch flink geëvolueerd, en daardoor klinkt alles nu wat minder lofi. Ik heb het gevoel dat we momenteel iets meer richting jaren 90-powerpop zijn opgeschoven. Recentelijk hebben we overigens veel naar Weezer, Pavement en The Brian Jonestown Massacre geluisterd. Niettemin willen we allerminst een retrogroep zijn en hopen we die invloeden in een modern kader te brengen. Er is sowieso nooit bewust over nagedacht.

Gecharmeerd door enorme loners

Los van genre moge het duidelijk wezen dat 'Great Pile of Nothing' een themaplaat is. Terwijl songtitels als 'All Will Fall to Waste', 'It's Over' en 'Crybaby' weinig aan de verbeelding over laten, zijn de teksten al iets genuanceerder, en kan de zinderende emotionele lading van de muziek meerdere kanten uit.
Dielesen: Op een gegeven moment had ik de demoversie van de lp naar mijn vriendin gestuurd, en die schrok er ook wel even van hoe een heftige indruk enkel al het lezen van de achterhoes naliet. Het album gaat zeker over een crisis en hoe er mee te leven wanneer je middenin een depressie zit, maar tegelijkertijd ook over de manier waarop je daar uit kan komen. Wat ik zelf heel leuk vind om mee te spelen is de discrepantie tussen de eerder grimmige teksten, wat je op zich pas na een keer of drie à vier luisteren opmerkt, en onze muziek die vaak redelijk vrolijk, up tempo en melodieus is. Op die manier is het ook fijn om dingen van je af te schrijven. Het helpt alles een beetje in een relativerend perspectief te plaatsen.

Heb je het gevoel dat je het hele verhaal nu verteld hebt en iedereen het nodige wel uit de nummers kan halen, of wil je daar nog iets aan toevoegen?
Dielesen: Het is een momentopname uit mijn leven en evenzeer uit de geschiedenis van de band, en de aandachtige luisteraar kan zich wat dat betreft inderdaad een representatief beeld vormen op basis van de muziek. Verder staan we er trouwens stellig op dit ons derde album te noemen, vermits we wel degelijk onze moeilijke tweede hebben gemaakt, waarvan we het bestaan allerminst willen ontkennen. Alleen heeft niemand die gehoord. En dat zou nu dus wel zomaar kunnen. We bieden namelijk exact één exemplaar te koop aan op een drager naar keuze. Voor de prijs van dertigduizend euro kan je hier de unieke bezitter van worden. Tussen de definitieve beslissing om die plaat niet te releasen en het moment dat we weer op gang kwamen, heeft zoals gezegd een heel lange tijd gezeten. En dat was om persoonlijke redenen, niet om creatieve, met wel als gevolg dat ook de andere drie bandleden het afgelopen jaar op een bepaalde manier een klap opgelopen hebben. Waar mijn inzinking voor hen als een donderslag bij heldere hemel kwam, is de wijze waarop ze op de situatie reageerden me super veel waard geweest. Ze lieten me rustig de tijd nemen die ik nodig had, bleven ondertussen paraat, en wachtten geduldig af.

Sommige van de niet uitgebrachte nummers kregen een nieuw leven op je recente album. Thematisch is het niet vanzelfsprekend ze er zomaar even uit te halen. Is dit geen indicatie dat er bij jou al eerder iets aan het sluimeren was.
Dielesen : Ja, het was wel iets dat reeds langer speelde. Zowat het eerste lied dat ik voor onze tweede plaat schreef was met name de huidige titelsong. Dat heeft zeker te maken met een soort paniek die ons wat overviel om met iets nieuws naar buiten te moeten komen. Bovenop ons management en de labels die vanzelfsprekend bepaalde verwachtingen koesteren, leggen we ons misschien zelf nog wel de grootste druk op vanwege onze torenhoge prestatiedrang. Momenteel zijn we aan het repeteren voor een concertreeks, en het valt op hoe relaxed we daar nu mee om kunnen gaan. Iedereen zit goed in zijn vel, omdat we duidelijk sterker uit de voorbije periode gekomen zijn. Het voelt wat aan alsof niets ons nog klein kan krijgen sinds we die horde hebben kunnen nemen.

Vonden jullie het eindresultaat van die tweede langspeler in feite tegenvallen, of heeft dat er niets mee te maken dat je die voor jezelf hebt gehouden?
Dielesen: In zekere zin wel. Terwijl Michel als producer van onze eersteling de volledige controle over het opnameproces in handen van Raven en mij legde, nam hij de opvolger volledig live op, zelfs de zang. We speelden de nummers allemaal samen in als band, en dan zat onze taak er zowat op. Dat voelde eerder vreemd aan, vermits de romantiek van de studio plotsklaps volledig verdwenen was, en daar waren we niet op voorbereid. We merkten immers dat dat aspect in wezen toch wel belangrijk is. Sinds we ten volle beseffen wat het inhoudt, sluit ik het overigens zeker niet helemaal uit dat we ooit nog eens live gaan opnemen.

Nu je dan met 'Great Pile of Nothing' net een enorm sterke plaat in elk opzicht hebt afgewerkt, zal je in hindsight wel tevreden zijn dat je indertijd tot dat ongetwijfeld hartverscheurende besluit bent gekomen?
Dielesen: Inderdaad. Het was ook geen impulsieve beslissing, maar één die we met zijn vieren overvloedig bediscussieerd hebben. Wat ik in mijn eentje misschien niet had aangedurfd, lukte als band dus wel. Uiteraard ben ik superblij met hoe het huidige album is uitgedraaid. We zijn aan een nieuw hoofdstuk begonnen, terwijl we toch het goede hebben kunnen behouden van het debuut. Als een soort advies dat ik uit deze ervaring heb opgestoken raad ik mensen die ergens creatief bezig zijn dan ook ten stelligste aan niet te snel tevreden te zijn en enkel iets naar buiten te brengen waar je zelf helemaal achter staat. Uiteindelijk zal dat lonen, Dat geloof en hoop ik tenminste.


De kwaliteit van het afgeleverde werkstuk rechtvaardigt vast en zeker heel hoge ambities. In hoeverre zijn jullie daar mee bezig?
Dielesen: Ik kan eigenlijk weinig zeggen over hoe de ontvangst door media en publiek zal zijn, al heb ik wel het idee dat de reacties totnogtoe positief zijn. Als het opeens zou exploderen, zal ik uiteraard de laatste zijn om te protesteren, omdat ik weet dat we iets hebben gecreëerd waar we onze hele ziel in hebben gestoken. Met z'n allen zijn we een soort van enorme drempel over gegaan en dat is echt niet zonder slag of stoot gebeurd. Het zou natuurlijk heel mooi zijn als dat tevens weerklank kon vinden in de echte wereld, maar voor mij is het al een succes dat de plaat er überhaupt is, en dat het gevoel dat we met zijn vieren deelden voor de eeuwigheid vastgelegd is. Dat de nieuwe liedjes ondertussen in interactie beginnen te treden met die oudere songs maakt het heel bijzonder. Sowieso vormt de plaat voor mijzelf een heel emotionele verzameling nummers.

Terwijl je songschrijverij minder vrijblijvend lijkt dan in je beginperiode en ook de meer gelaagde gitaarsound overkomt als een significante evolutie, ligt het grootste verschil misschien nog in het verscheiden stemgebruik dat wordt gekoppeld aan een indringende diepgang.
Dielesen: Voor het eerst heeft Raven alle zang uitgezocht en beslist welke take goed was, omdat ik hem er volledig in vertrouw. Het is belangrijk dat ik daar nu niet langer over hoef te piekeren want van nature ben ik immers erg onzeker over mijn zang. Ik volg het nu wat meer op een afstand. Na de eerste plaat, toen we veel live gingen spelen, kwam ik in kleine zaaltjes geregeld in de problemen vermits mijn stem eigenlijk heel erg zacht is. Recentelijk ben ik me echt gaan trainen om harder te zingen en meer kracht in mijn vocalen te leggen. Uit de constant aanwezige angst om vals te zingen ben ik live oordoppen beginnen dragen zodat ik eigenlijk geen monitor meer nodig heb.

Een nummer dat er op een bepaalde manier uit springt is 'Mayday,' niet in het minst door de fragiele zangpartij waar toch behoorlijk wat lef voor nodig lijkt.
Dielesen: Dat is echt Corto's baby op het album. Hij was degene die het wilde opvissen uit de tweede plaat waar het in een hardere, meer rockgeoriënteerde versie op stond, en die er een nieuwe richting aan gaf door onder meer het accent van zijn bas een beetje te verschuiven. We hebben daar verschillende soorten vocalen voor opgenomen en uiteindelijk enkele heel zachte en breekbare overgehouden.

We hadden het al even over Shakespeare, en op school volgde je een filmopleiding. Put je ook inspiratie uit niet-muzikale disciplines, al is het maar het nastreven van een gelijkaardig effect op de toeschouwer?
Dielesen: De afgelopen twee jaar heb ik heel veel films van Andrej Tarkovski bekeken. Dat is een Russische regisseur die ook een boek heeft geschreven over dat soort zaken, dus ik ben daar wel mee bezig. Het was een enorme eye-opener niet alleen op het vlak van film, maar ook over hoe je naar kunst kijkt, wat kunst moet doen en welke rol een kunstenaar moet opnemen tegenover zijn publiek. Op die manier ben ik ook terecht gekomen bij Robert Bresson. Dikwijls blijf ik immers hangen bij artistieke verwezenlijkingen die op een gegeven moment op één of andere manier aansluiting vinden bij mijn persoonlijke leven, en elementen daarvan sijpelen logischerwijze ook geregeld mijn lyrics binnen. Ik lees en bekijk heel veel klassieke werken, want ik heb altijd wel een hang gehad naar dingen die voorbij zijn. Hoewel ik terdege besef dat dat niet per se zo is, zit ik op zich wel met het onderhuidse, wat pessimistische idee dat veel zaken van vroeger beter zijn. In dat opzicht heb ik duidelijk een romantische inslag, al merk ik wel dat ik vaak teruggrijp naar heel existentialistisch materiaal. Een boek dat mij zo onlangs enorm heeft beroerd in mijn dagelijkse leven is Dostojevski's 'Misdaad en Straf' waar het er af en toe heel heftig aan toe gaat, en waar ik me heel erg kon identificeren met hoofdpersoon Raskolnikov. Het is bijna een soort van koortsdroom waar je niet uit weg kan, en ik vond het fijn om daar een tijdje in te zitten. Uiteindelijk raak ik altijd makkelijk gecharmeerd door enorme loners, ook in de muziek.

Hoe ga je, tenslotte, eigenlijk om met de hedendaagse buitenwereld waar het er hoe langer hoe grimmiger aan toe gaat?
Dielesen: Ik ben nooit echt iemand geweest die veel bezig is met de actualiteit. Hoewel ik me er wel probeer toe aan te zetten, gaat het een beetje met vlagen. Op dit moment is het bijna teveel om te bevatten. We leven in een extreem enge wereld. Het is niet dat ik met een gevoel van angst zit om binnenkort bijvoorbeeld in Parijs of Brussel op te treden, daar ben ik niet mee bezig, maar het gegeven dat mensen toch op een bepaalde manier door en door slecht kunnen zijn raakt het kind in mij heel erg. Ik weet niet eens meer wat ik op al die gruweldaden moet zeggen, ik heb er echt geen antwoord op. En toch blijf je je druk maken als je met iets bezig bent en het draait niet uit zoals je wil, terwijl dat in het geheel der dingen eigenlijk slechts minuscule obstakels zijn. Het is dan ook een hele opgave vol voor iets te gaan en tegelijkertijd de vinger aan de pols te houden en voeling te hebben met de buitenwereld. Ik kan me wel heel schuldig voelen omdat ik geen flauw idee heb wat te doen bij dat soort enorm grote problemen zoals mensen die uit hun huis wegvluchten om te kijken of ze er in Europa iets beters van kunnen maken. Uiteindelijk probeer ik gewoon voor mezelf in de kleine wereld waar ik in leef zo lief mogelijk te zijn voor iedereen om mij heen en me zo constructief als ik maar kan op te stellen. In die zin is mijn familie superbelangrijk voor me. Ik wil zo goed mogelijk zijn voor mijn omgeving en vrienden...


Mozes and the Firstborn live aan het werk zien kan binnenkort onder andere in Utrecht (08.10, EKKO), Groningen (13.10, Vera), Maastricht (15.10, Muziekgieterij), Amsterdam (16.10, Bitterzoet), Eindhoven (21.10, Effenaar) en Brussel (31.10, AB).