vrijdag 27 oktober 2017

Heimat – 'Heimat': eenvoud, directheid en ijzingwekkende kilte

Wie van plan is op 21 november naar Protomartyr in de Botanique te gaan, zakt die dag maar beter op tijd af richting Brussel. Voorprogramma Heimat belooft immers zeker en vast de moeite waard te worden. Begin 2016 debuteerde dit Franse duo, dat eerder al zijn strepen verdiende bij onder meer The Dreams en Cheveu, met een ijzersterk, zelfgetiteld album.


Vanaf de zich heen en weer kronkelend ontplooiende opener 'Wieder Ja!' wekt knoppendraaier Olivier Demeaux met elektronische klanken een kil, desperaat landschap tot leven waarboven de krachtige vocalen van Armelle Oberle – die zich op twee in het Italiaans gebrachte nummers na van het Duits bedient – als een mes door de boter snijden. De frontvrouw combineert in haar zanglijnen de eenvoud en directheid van nursery rhymes, terwijl Demeaux dan weer een aanzienlijk arsenaal met basklanken aangedikte, onheilspellende drones neerlegt waarrond doorgaans een heleboel nerveus springerige beats cirkelen. Waar de verdere inkleding bij momenten erg minimalistisch blijft (bv. 'Dein Architect') laat een meer uitgewerkte songs zoals 'Pompei' zich haast beluisteren als een hedendaagse versie van Kurt Weills volksklassiek.

Binnen het aldus gebrachte cold wave-genre weet Heimat voor heel wat variatie te zorgen en tegelijkertijd op elk moment uiterst aanstekelijk voor de dag te komen. De debuutplaat van het tweetal is zowel edgy en artistiek als intrigerend en meeslepend.

https://www.facebook.com/Over-from-underground-1466055173714208/

donderdag 12 oktober 2017

Protomartyr – 'Relatives In Descent': logisch vervolg

'A Private Understanding', vooruitgeschoven single en tevens openingsnummer van 'Relatives In Descent, bevat op zich alle hoofdingrediënten waarmee je Protomartyrs alweer aan zijn vierde langspeler toe zijnde oeuvre kan samen puzzelen: Een stevige, repetitieve, haast riffachtige drumpartij met een bevlogen declamerende Joe Casey terwijl de ritmesectie ijl sfeerscheppend haar eigen ding doet en hier slechts ternauwernood niet mee vloekt, gevolgd door een noiseuitbarsting waarbij bas en drums plots efficiënt de gitaar gaan ondersteunen en de frontman zich de longen uit het lijf schreeuwt; na een herhaling van deze sequentie onttrekt zich als toemaat uit de heen en weer stuiterende geluidsgolven nog een even simpele als melodieus wondermooie, overtuigend gecroonde zangpartij.


Waar het meeslepende 'Windsor Hum' – overigens één van de hoogtepunten van de plaat – min of meer hetzelfde patroon volgt, kan het kwartet uit Detroit met slechts enkele van deze elementen immers even makkelijk een woeste punkrocker zoals 'Male Plague' als 'Night-Blooming Cereus' dat ijl kabbelend aanvat om via een exponentiële curve in een melancholische, catchy climax uit te monden, uit de pen toveren. Het hele album lang klinkt Casey daarenboven even verbeten als altijd, en brengt hij met zijn diepe bariton strijdvaardigheid in de unheimliche chaos. Zijn aan het dagelijkse leven gerelateerde, symbolistisch metafysische beat-poëzie blijft op elk moment intrigeren. Met het dreinende 'Half Sister' wordt het meest aanstekelijke nummer nog tot het laatst bewaard.

Protomartyr verhuisde haast geruisloos van Hardly Art naar Domino. 'Relatives In Descent' beweegt zich evenwel binnen de op 'The Agent Intellect' uitgezette lijnen en vormt een logisch vervolg op deze twee jaar oude plaat.

Protomartyr live aan het werk zien kan binnenkort onder meer in Brussel (21.11, Botanique).


vrijdag 6 oktober 2017

Who Is She? – 'Seattle Gossip': koffieklets met drie-akkoorden punk

Na Childbirth is Who Is She? alweer een nieuwe band waarin Julia Shapiro (Chastity Belt) en Bree McKenna (Tacocat) elkaar wonderwel weten te vinden. In de plaats van Stacy Peck completeert deze keer Robin Edwards (Lisa Prank) het trio. Terwijl Shapiro de drums voor haar rekening neemt, is laatsgenoemde verantwoordelijk voor het rechttoe rechtane gitaarwerk en de dito leadvocalen. 


Op de van een sludgy inslag voorziene afsluiter 'Angry Bitches' na, staat 'Seattle Gossip' bol van een soort spontane, ongecompliceerde en lofi drie-akkoorden punkrock. Voor je het goed en wel beseft is het album evenwel alweer voorbij. Na nog niet eens twintig minuten passeerden immers elf nummers de revue, waardoor de muziek zich even vluchtig presenteert als de thematiek, die wat het midden houdt tussen cafépraat en koffieklets. Waar het gros van het materiaal namelijk trouw blijft aan het oorspronkelijk vooropgestelde concept om de lyrics steeds op te hangen aan de romantische advertentiesectie van een lokale (Seattle) krant, werpen onder meer ook Myspace, Courtney Cox en romcoms zich op tot topic.

Dit alles neemt niet weg dat de plaat, zolang die bezig is, behoorlijk opzwepend en aanstekelijk werkt en tegelijkertijd charmant overkomt in zijn semi-naïeviteit. Verder kan je relevantie vinden in de ongegeneerde blik die geworpen wordt op de gespreksonderwerpen van prille dertigers in de grootstad op momenten dat het allemaal wat minder zwaar op de hand mag zijn. Een gesimplifieerde cover van Elliot Smith's 'Whatever' illustreert misschien nog best het hele opzet van het project: je intuïtief laten leiden door wat dagdagelijks in je hoofd en hart op komt.

Met 'Seattle Gossip' eist Who Is She? zich op die manier het recht op om louter voor het plezier een heleboel vergankelijke nummers op plaat te zetten en zowat elk onderwerp – hoe oppervlakkig ook – tot songthema te verheffen. 

https://www.facebook.com/Over-from-underground-1466055173714208/

donderdag 5 oktober 2017

Will Sprott – 'Ten Fingers': doorleefd, intens en catchy

Op vocaal vlak combineert Will Sprott de techniek en passie van soul met het timbre en de doorleefdheid van country en de directheid en intensiteit van traditionele Amerikaanse folk. Daarnaast is de vroegere frontman van The Mumlers ook nog eens een uitmuntende gitarist en songschrijver die zijn hang naar oldies pop niet onder stoelen of banken steekt, maar eerder tot een meeslepend geheel smeedt met voornoemde genres. 


Ingekapseld tussen twee bucolisch romantische, tragere nummers (het kabbelend openende 'Sitting on a Log' en de spitant nostalgische afsluiter 'Mowing the Lawn') zoekt 'Ten Fingers' overtuigend alle hoeken van Sprotts op Americana geënte indie op, wat de momenteel in L.A. residerende songschrijver in staat stelt het swinggroovende 'My Name' op natuurlijke wijze naast het jachtig opzwepende 'She-La' en de ijle instrumental 'The Purse' te plaatsen.

In vergelijking met solo-debuut 'Vorte Numbers' komt deze nieuwe langspeler daarenboven iets compacter en gebalder voor de dag, en dat ligt niet enkel aan de lengte van de songs die slechts sporadisch (en desgevallend ook maar kort) de drieminutengrens overschrijden. Ook het soepele, vaartbrengende drumspel van Marian Li Pino (La Luz) speelt hierin een rol, net als de even karaktervolle als heldere productie die – hoewel reeds goed gestoffeerd met onder meer toetsen en extra gitaren – ruimte laat voor heel wat harmonieuze backingkoortjes.

Met 'Ten Fingers' levert Will Sprott, kortom, nogmaals een uitstekende, zich tegelijkertijd catchy en sfeervol presenterende plaat af die de adem van het verleden nadrukkelijk met zich meedraagt en toch stevig met de voeten in het heden staat.

https://www.facebook.com/Over-from-underground-1466055173714208/