dinsdag 16 mei 2017

The Coathangers – 'Parasite': prima ep

Naar verluidt werd de 'Parasite'-ep getriggerd door de uitslag van de Amerikaanse presidentsverkiezingen eind vorig jaar. De ziedende old skool punk van de openende titelsong laat er dan ook weinig twijfel over bestaan wat The Coathangers daar dan wel van vinden. Afsluiter 'Drifter' bevindt zich als ingetogen indieballade genregewijs dan weer aan het hele andere uiterste van het spectrum dat het trio uit Atlanta doorgaans bestrijkt.


Op de drie nummers tussenin, inclusief een productioneel iets ruwere herneming van 'Down Down' dat eerder al op de laatste lp 'Nosebleed Weekend' verscheen, krijg je The Coathangers in hun meest typische gedaante te horen. De snedige garagerock die Julia Kugel & co hier brengen klinkt groovy, qua dynamiek geregeld een tikkeltje tegendraads en in zijn geheel te allen tijde meeslepend catchy. Nauwelijks een jaar na hun vorige langspeler levert de band dus alweer een prima werkstuk af.

The Coathangers zakken volgende week af naar Gent voor het Psych over 9000 festival (24.05, Trefpunt). Verder kan je ze binnenkort ook live aan het werk zien in Eindhoven (25.05, Stroomhuis), Rotterdam (26.05, Roodkapje), Amsterdam (27.05, Pacific Park) en Utrecht (28.05 dB's).


dinsdag 9 mei 2017

Warm Soda – 'I Don't Wanna Grow Up': orgelpunt op een filosfisch concept

Als opvolger van Bare Wires gaat Matthew Melton al vanaf 2012 met steeds wisselende bandleden onder de naam Warm Soda op zoek naar de muzikale veruitwendiging van het haast filosofische concept van het meest zuivere gevoel dat de ware liefde teweeg brengt. Naar zijn aanvoelen heeft de sterk geopiniëerde frontman na jarenlange verfijning – vooral dan op het vlak van lyrics, productie en samenspel, vermits het soort songs nauwelijks evolueerde – met 'I Don't Wanna Grow Up' zijn artistieke opzet gerealiseerd en kan deze cyclus bevredigend worden afgesloten. 


Dat hij ondertussen op tour in Nederland zijn vrouw Doris tegenkwam sterkt Melton in de gedachte dat zijn originele uitgangspunt nooit slechts een denkbeeld is geweest en bewijst sowieso dat dit idee geconcretiseerd kan worden. Warm Soda houdt er met deze laatste langspeler dan ook definitief mee op, en in de nabije toekomst verlegt de in Austin gesettelde Amerikaan zijn focus vooral richting Dream Machine, de psychedelische rockband die hij met zijn eega oprichtte en waarvan reeds enkele songs in omloop zijn.

Helemaal volgens verwachting grossiert Warm Soda's zwanenzang muzikaal in frivole, garagepunkerige, behoorlijk glammy en retro powerpop, terwijl Melton naar goede gewoonte
als idioom een woord- en beeldtaal gebruikt die teruggrijpt naar een eeuwige, geïdealiseerde highschool romance uit de jaren 50. De nummers klinken kort, krachtig en catchy en smukken de
typische, wat ingehouden leadvocalen op met aanstekelijke backings. Net zoals op de drie eerste platen springt enkel de afsluiter er qua genre wat tussen uit. Deze keer is die plaats voorbehouden voor de onvervalste tegelplakker 'Angel of Love'.

Zonder echte uitschieters plaatst 'I Don't Wanna Grow Up' een uitstekende kers op de in alle facetten smakelijke Warm Soda-taart, waarvan we de bodem misschien nog wel het lekkerst vinden. Het concept moge dan wel geoptimaliseerd zijn, net door die aanpak van telkens weer naar hetzelfde terug te grijpen, wist debuut 'Someone for You' immers het meest te verrassen, wat niet weg neemt dat de bezetting met de fantastische Texaanse ritmetandem Austin Shockley/Caleb Noah Dawson onze favoriete blijft.


zaterdag 29 april 2017

R. Ring – 'Ignite the Rest': karaktervol en toegankelijk

Na een bestaan van alreeds een jaar of zeven brengt R. Ring voor het eerst een langspeler naar buiten. Met 'Ignite the Rest' presenteren Kelley Deal en Mike Montgomery een gevarieerd, meeslepend en vlot in het oor liggende album.


Dat de tweelingzus van Kim voor het voetlicht trad als lid van The Breeders is er van meet af aan aan te horen. Opener 'Cutter' had immers zo van 'Last Splash' geplukt kunnen zijn. Als oorzaken hiervoor kan je zowel de eerlijke sound, de quasi nonchalant neergelegde groove, het complexloze gitaarwerk, de wat tegendraadse ritmiek als, en dit niet in het minst, de immer hartverwarmende, wat hese Deal-vocalen die na al die jaren een gevoel van vertrouwde zorgeloosheid opwekken, aanhalen. Toch maakt het duo zich verder – op eventueel 'Salt' nog na – succesvol los van dit al te makkelijk toe te kennen label.

De plaat bevat immers ook flink wat down tempo, drum- en percussieloos materiaal in de beste wat zweverige en dromerige singersongwriter traditie, zonder echter de eigen dynamiek en gevoel voor melodie uit het oog te verliezen. Niet alleen nummers als 'Unwind' die zich wat in het midden situeren tussen het stevigere en het ingetogenere werk, zorgen ervoor dat het geheel als een organische eenheid naar voor komt, maar bovenal ook de relaxte sfeer van ongedwongeheid en spelplezier. Eén en ander heeft zelfs als gevolg dat wanneer Montgomery voor de laatste drie songs de leadvocalen voor zijn rekening neemt, dit ook allernatuurlijkst aanvoelt en niet voor een stijlbreuk zorgt.

Behoorlijk wat nummers op de 'Ignite the Rest' zijn overigens al een tijdje in roulatie. 'Fallout and Fire' kwam reeds in 2012 uit als single en ook de tour-ep waar ze een goed jaar later onder meer mee naar Het Trefpunt in Gent trokken vond zijn weg integraal naar de plaat. Toch komt deze
veel toegankelijker en consistenter voor de dag dan de charmant rommelige performance indertijd liet vermoeden, wat niet wegneemt dat de productie vast en zeker van karakter getuigt. Die nieuwe van R. Ring is met andere woorden het uitchecken meer dan waard.


donderdag 27 april 2017

Mozes and the Firstborn tijdens RocKing (Eindhoven) op 26.04.17

Dat Mozes and the Firstborn na een uitgebreide promotour voor 'Great Pile of Nothing', al snel gevolgd door de release van een ep, momenteel tussen twee langspelers in zit, weerhoudt het viertal er niet van nog geregeld het podium op de duiken. In de aan aanloop naar Koningsdag kon je Melle Dielesen en co in thuisstad Eindhoven aan het werk zien in een The Saint genaamde zaal waar het RocKing Festival doorging. 


Terwijl het op de locatie uiteraard koppen lopen is tijdens de show, neemt de band de gelegenheid te baat hun aanhang wat nieuw materiaal voor te stellen. Zo wordt na een gitaarversie van het Wilhelmus meteen afgetrapt met een nooit eerder publiek gebracht nummer. Niettegenstaande het onderwijl druk zoeken naar een ideale balans in de geluidsmix (die tegen het einde wel duidelijk gevonden werd) kon je een fragiel gezongen, naar kopstem neigende strofe en een catchy losbarstend refrein herkennen. Het kakelverse 'Hello' en de niet nader genoemde derde nieuwe song die de band bracht, zetten dan weer volop in op melodieuze, uiterst up-tempo punkrock.

Gezien de luidruchtige, volksfeesterige omstandigheden ontplooit de set zich verder logischerwijze grotendeels rond de knallers uit het zelfgetitelde debuut (Denk onder meer aan 'I Got Skills', 'Peter Jr.' en 'Bloodsucker'). Uit het plechtstatigere en wat ingetogenere recentste full album wordt enkel single 'Crawl' opgediept, wat hier mede door de verschroeiende gitaarpartij van Ernst-Jan van Doorn op het refrein steevast tot één der hoogtepunten wordt gerekend. Met het meeslepend stevige 'Marianne' komt ook de laatste ep eenmalig aan bod. Een heel uur lang maakt frontman Dielesen er naar goede gewoonte een quirky expressieve performance van, en bij aflsuiter 'Gimme Some' valt, terwijl de ritmesectie de boel organisch en strak blijft aandrijven, eens te meer op hoe soepel hij en van Doorn solo- en akkoordengitaar in een ingenieus af- en aanzwellende constellatie aan elkaar weten door te geven.

Hierna komt Mozes and the Firstborn nog een laatste keer terug voor een druk gesolliciteerde toegift bestaande uit het lang uitgesponnen 'Party Crasher' en de korte brok geweld 'Wannabe' waarmee een gedecideerd slotakkoord op een overtuigende prestatie wordt gezet. Koning Willem-Alexander moge zich geflatteerd voelen.


woensdag 22 maart 2017

Dear Reader in Café Video (Gent) op 21.03.17

Met een nagelnieuwe langspeler onder de arm trapt het vanuit Berlijn opererende Dear Reader de lente op gang in het Gentse Café Video. Aanvattend met 'If Only Is' bouwt het viertal de set nagenoeg volledig op rond 'Day Fever' waarop de indringende indiefolk veel minder steunt op tribale ritmes dan bij voorloper 'Rivonia' het geval was. Buiten de drums die geregeld voor vaart of extra kracht worden ingeschakeld, zorgt de driekoppige begeleidingsband die frontvrouw Cherilyn MacNeil optrommelde, dan ook hoofdzakelijk voor additionele sfeerschepping.


De sympathieke MacNeil beschikt over een even heldere als soepele stem wat vooral tot zijn recht komt en weet te beklijven op momenten dat de rest wat stil valt; en dit is geenszins een kwestie van volume. Zo grijpt 'Placate Her' – één van de sporadische gevallen waarop de van oorsprong Zuid-Afrikaanse singer-songwriter haar toetsen inruilt voor een gitaar – helemaal naar de keel. Waar de meest percussioneel gebruikte backings live als sample uit een laptop komen, bewijst keyboardster Evelyn Saylor tijdens andere samenzangmomenten dat ook zij zeker en vast vocaal haar streng weet te trekken.

Het a capella gebrachte 'Victory' en het aan een pompend ritme opgehangen duo 'Down Under, Mining' en 'Took Them Away' zijn de enige nummers van 'Rivonia' die op de planken worden gebracht. In zijn geheel zorgt Dear Reader zo voor een erg onderhoudende show die breekbaar afwisselt met opzwepend en die vooral in de verf zet dat in MacNeil een begenagdigd songschrijfster schuilt.


vrijdag 17 maart 2017

Bleached – 'Can You Deal?': dynamisch, energiek en goed in het oor liggend

De 'Can You Deal?' ep is niet zomaar een tussendoortje om met enkele nieuwe nummers de leemte tussen twee lp's wat op te vullen. Samen met het gelijknamige door frontvrouw Jennifer Clavin uitgegeven tijdschrift (dat bijdragen bevat van collega's zoals Alicia Bognanno van Bully, Liz Phair en Laena Geronimo van Feels) vormt de titelsong namelijk een soort manifest tegen de nog steeds heersende patriarchale cultuur van het hele muziekgebeuren.


Dat ze bij Bleached weleens Black Sabbath loeihard door de boxen jagen, zoals Clavin haast wanhopig naar de wereld schreeuwt, was hier ten huize trouwens al ten tijd van 'Welcome the Worms' opgevallen. Na debuutlangspeler 'Ride Your Heart' is het kwartet uit LA hun melodieuze garagepunk immers meer en meer – zeker ook qua sound – met classic- en hardrockelementen gaan injecteren; een lijn die op deze vier nummers tellende ep consequent wordt aangehouden.

En ook dit keer heeft dat geen invloed op de snedige frisheid van het geheel. Terwijl enkel op het balladerige 'Flipside' een beetje gas wordt terug genomen, weten de zussen Clavin met de combinatie van up-tempo punkritmes, scheurende riffs, soepele gitaarsolo's en catchy refreinen nog steeds vlotjes tot een dynamisch, energiek en goed in het oor liggend eindresultaat te komen.

https://www.facebook.com/Over-from-underground-1466055173714208/

dinsdag 7 maart 2017

Crystal Fairy – 'Crystal Fairy': tot de verbeelding sprekende samenwerking

Wie Le Butcherettes reeds aan het werk zag merkte ongetwijfeld op dat frontvrouw Teri Gender Bender, op geheel eigen wijze trouwens, overvloedig uit dezelfde oerbron krachten put als die waar The Melvins al enkele decennia lang op intappen. Nadat beide bands samen op tour trokken (tijdens dewelke het vaste prik werd dat Gender Bender enkele nummers bij de hoofdact kwam meezingen), werden de banden aangehaald en was een volwaardige samenwerking blijkbaar niet langer uit te stellen. En voila, hier is Crystal Fairy.


Van bij opener 'Chiseler' valt meteen op dat Butcherette Teri in haar tienerjaren het werk van The Melvins langdurig grijs draaide. Als zelfverklaarde superfan weet ze immers als geen ander vocalen neer te leggen die zo uit het brein van Buzz Osborne konden ontsproten zijn. Dit terwijl ze onder meer door timbre, lyrics en stembereik toch helemaal haar eigenheid behoudt. Als beide vocalisten op de tot 'Posesión' omgedoopte Tales of Terror-cover samen zingen, kan je niet anders dan beamen dat ze qua ritmiek en frasering erg nauw bij elkaar aansluiten. Dat The Melvins eerder al uitgebreid met gastzangers werkten zonder de groepsnaam aan te passen en dit deze keer wel doen, geeft overigens aan dat de appreciatie volkomen wederzijds is.

Terwijl Osborne en Dale Crover, als de solide gesmede tandem die ze al jaren vormen, met hun typische Melvinsriffs die alterneren tussen heavy, snedige punkrock en lome, sludgy metalgrunge in grote mate het totaalgeluid bepalen, siert het Gender Bender dat ze alsnog overduidelijk haar stempel weet te drukken op het geheel, en dit niet enkel door de sporadisch opduikende toetsen of het in het Spaans gezongen 'Secret Agent Rat'. Zo zet ze nummers als 'Necklace of Divorce' en 'Sweet Self' bijvoorbeeld helemaal naar haar hand.

Oh ja, en wegens fysieke nabijheid ten tijde van de opnames speelt Omar Rodríguez-López mee op bas, en dat doet hij uitstekend. Waar hij hier en daar – wanneer de rest een tikkeltje dramatisch stilvalt – wel wat persoonlijke accenten weet te leggen, gaat hij doorgaans, zoals de meesten uit het hele arsenaal bassisten waar Dale en Buzz mee samenwerkten, naadloos op in de zware Melvins-sound.

Ondertussen kwamen uit de studio reeds aan telepathische ervaringen grenzende verhalen naar buiten, en Crover en Osborne spreken in hun nieuw gevonden enthousiasme onomwonden over hun beste werk ooit. Valt dit laatste misschien wel te relativeren in het licht van albums als 'Bullhead', 'Stoner Witch' en 'Stag', toch kan je deze samenwerking volmondig als voltreffer bestempelen.