Wie Le Butcherettes reeds aan het werk
zag merkte ongetwijfeld op dat frontvrouw Teri Gender Bender, op
geheel eigen wijze trouwens, overvloedig uit dezelfde oerbron
krachten put als die waar The Melvins al enkele decennia lang op
intappen. Nadat beide bands samen op tour trokken (tijdens dewelke
het vaste prik werd dat Gender Bender enkele nummers bij de hoofdact
kwam meezingen), werden de banden aangehaald en was een volwaardige
samenwerking blijkbaar niet langer uit te stellen. En voila, hier is
Crystal Fairy.
Van bij opener 'Chiseler' valt meteen
op dat Butcherette Teri in haar tienerjaren het werk van The Melvins
langdurig grijs draaide. Als zelfverklaarde superfan weet ze immers
als geen ander vocalen neer te leggen die zo uit het brein van Buzz
Osborne konden ontsproten zijn. Dit terwijl ze onder meer door
timbre, lyrics en stembereik toch helemaal haar eigenheid behoudt.
Als beide vocalisten op de tot 'Posesión' omgedoopte Tales of
Terror-cover samen zingen, kan je niet anders dan beamen dat ze qua
ritmiek en frasering erg nauw bij elkaar aansluiten. Dat The Melvins
eerder al uitgebreid met gastzangers werkten zonder de groepsnaam aan
te passen en dit deze keer wel doen, geeft overigens aan dat de
appreciatie volkomen wederzijds is.
Terwijl Osborne en Dale Crover, als de
solide gesmede tandem die ze al jaren vormen, met hun typische
Melvinsriffs die alterneren tussen heavy, snedige punkrock en lome,
sludgy metalgrunge in grote mate het totaalgeluid bepalen, siert het
Gender Bender dat ze alsnog overduidelijk haar stempel weet te
drukken op het geheel, en dit niet enkel door de sporadisch
opduikende toetsen of het in het Spaans gezongen 'Secret Agent Rat'.
Zo zet ze nummers als 'Necklace of Divorce' en 'Sweet Self'
bijvoorbeeld helemaal naar haar hand.
Oh ja, en wegens fysieke nabijheid ten
tijde van de opnames speelt Omar
Rodríguez-López mee
op bas, en dat doet hij uitstekend. Waar hij hier en daar – wanneer
de rest een tikkeltje dramatisch stilvalt – wel wat persoonlijke
accenten weet te leggen, gaat hij doorgaans, zoals de meesten uit het
hele arsenaal bassisten waar Dale en Buzz mee samenwerkten, naadloos
op in de zware Melvins-sound.
Ondertussen kwamen uit de studio reeds
aan telepathische ervaringen grenzende verhalen naar buiten, en
Crover en Osborne spreken in hun nieuw gevonden enthousiasme
onomwonden over hun beste werk ooit. Valt dit laatste misschien wel
te relativeren in het licht van albums als 'Bullhead', 'Stoner Witch'
en 'Stag', toch kan je deze samenwerking volmondig als voltreffer
bestempelen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten