zondag 29 mei 2016

Bleached in Het Bos (Antwerpen) op 28.05.16

Op hun begin deze maand verschenen nieuwste plaat ruilde Bleached een groot deel van de lo-fi charme van eersteling 'Ride your heart' in voor een door een aantal classic rockelementen ondersteunde grootsere en krachtigere productie.


In Het Bos wordt al snel duidelijk dat het viertal live teruggrijpt naar een no-nonsense aanpak. Met hun paars en blauw geverfde haar brengen de gezusters Clavin immers een complexloze punkrockshow op de planken, waarbij – uiteraard geholpen door een heel arsenaal uiterst aanstekelijke nummers – energie en beleving centraal komen te staan. Ook de uitmuntende bassiste Micayla Grace doet desbetreffend een flinke duit in het zakje onder meer door geregeld op een versterker te kruipen, het publiek in te duiken en te crowdsurfen. Enkele minieme technische problemen (een kapotte snaredrum en een gebroken snaar met afwezigheid van een reserveset) worden dan ook geduldig en met de glimlach opgelost.

In vergelijking met Bleacheds evenzeer overtuigende prestatie een jaar of drie geleden in Magasin 4 lijkt ondertussen een last van Jennifer Clavins schouders gevallen te zijn. Dit uit zich in een hoogst spontane podiumact en een merkelijk bevrijdere, je m'en foutistischere manier van zingen (lees minder geknepen; niet dat we daar indertijd minder voor te vinden waren). Aanvattend met het duo 'Trying to lose myself again' en 'Keep on keepin' on' uit het te promoten 'Welcome the worms' bepaalt dit album grotendeels de set, weliswaar aangevuld met enkele nummers uit 'Ride your heart' zoals 'Searching through the past' en 'Looking for a fight' en zelfs met de nog oudere b-kant 'Electric chair'.

Als start van de enige bisronde zet een cover van de Ramones' 'Today your love, tomorrow the world' de zaal helemaal in vuur en vlam, een elan waarop wordt doorgegaan tijdens het afsluitende 'Next stop' dat ergens halverwege voor een instrumentenwissel tussen Jennifer Clavin en de voor de livetour opgetrommelde drummer Nick Pillot zorgt. In zijn geheel komt Bleached gedreven en dynamisch voor de dag wat de melodieuze kracht van hun songs prima uit de verf laat komen.

https://www.facebook.com/Over-from-underground-1466055173714208/

vrijdag 27 mei 2016

Dan Sartain – 'Century Plaza': rockabilly weirdo goes eighties

Op zijn nieuwste zorgt Dan Sartain voor een opmerkelijke ommezwaai, weg van de vertrouwde garagepunk, rock-'n-roll en country. Typerend voor de in synths gedrenkte richting die de Amerikaanse zuiderling op 'Century Plaza' inslaat, is een behoorlijk natuurgetrouwe cover van Alan Vega's (Suicide) 'Wipeout beat.


Hoewel de kille sound en onheilspellende sfeer van meet af aan aanwezig zijn, neemt Sartain op het album rustig de tijd om pas net over halverwege helemaal naar jaren 80-mainstreamrock te evolueren. Zo opent hij met een herneming van zijn ruim tien jaar geleden reeds op plaat gezette 'Walk among the cobra's' dat een groot deel van zijn originele garagerockfeel behoudt, en ook op de somber indringende sleper 'Cabrini Green' vind je een zanglijn die perfect op maat geschreven is van 's mans kenmerkende coutrycroon.

Pas na de nijdige electropunk van 'Black party' gaan de drums hoe langer hoe mechanischer klinken en komen de eighties zowel qua productie als songschrijverij wel heel dichtbij, wat een tikkeltje over the top in de verf wordt gezet door de protserige hairmetalsolo op 'First blood'. Temidden de galmende duisternis weten Sartains idiosyncratische vocalen evenwel met veel overtuiging hun eigenheid te behouden.

In zijn geheel komt Dan Sartain op 'Century Plaza' dus best wel verrassend voor de dag. Ondanks de retro-aanpak blijkt de rockabilly weirdo's persoonlijkheid sterk genoeg om zich niet helemaal in het verleden te verliezen.

zaterdag 21 mei 2016

NOTS & Joe Speedboat in De Kreun (Kortrijk) op 20.05.16

Als startpunt van hun Europese voorjaarstour haalde De Radio Is Gek geworden het Amerikaanse NOTS naar De Kreun voor hun enige Benelux-show van de reeks. Met de bevlogen eersteling 'We are NOTS' eiste het viertal uit Memphis zich vorige herfst resoluut een mooie plek op in het alternatieve gitaarmuziek landschap ergens tussen White Lung en Chastity Belt.


Met een sympathieke slacker-attitude trapt het min of meer lokale Joe Speedboat vooreerst de avond in het café op gang. Het trio rond frontman Jelle Vanlerberghe brengt eerder flegmatiek een soort heel erg lo-fi postpunk op de planken. Tussen het gerammel en gekraak vallen echter behoorlijk wat uitstekende songs te ontwaren.

Wanneer NOTS niet veel later het podium betreedt schiet zowel het tempo als de graad van strakheid meteen resoluut de hoogte in. Hiervoor zijn in grote mate de puntige gitaaraanslagen en scherpe vocale uithalen van frontvrouw Natalie Hoffmann verantwoordelijk in samenspel met het fabelachtige, een prominente plaats in de totaalsound innemende drumspel van Charlotte Watson.

Aangevuld met de onconventionele, tot de verbeelding sprekende blieps die Alexandra Eastburn uit haar (toetsen)kastjes tovert en de beheerst monotoon melodieuze baslijnen van Meredith Lones smeden de dames ziedende punkrock tot een organisch overkomend geheel met psychedelische krautrockelementen dat tegelijkertijd furie en Unheimlichkeit uitdraagt. Aan het (met onder meer 'Insect eyes', 'Reactor', Strange rage' en het afsluitende 'White noise') door de debuutlangspeler gevormde frame word heel wat nieuw werk opgehangen dat alvast veel beloofd aangaande het voor later dit jaar geplande album.

Met een begeesterende, vinnige en hypnotizerende show bewees NOTS zich op en top als geweldige liveband.


vrijdag 20 mei 2016

White Mystery – 'Outta control': spitante, puntige garagepop

Naar goede gewoonte liet White Mystery ook dit jaar op 20 april een nieuwe release op de wereld los. In vergelijking met het voorafgaande, live opgenomen dubbelalbum 'Dubble dragon' klinkt de productie van de hun kenmerkende groovy stompend aanstekelijke, stevig in traditionele rock-'n-roll verankerde garage op 'Outta control' verrassend helder.


Doordat het zuster/broederpaar Alex (zang, gitaar) en Francis Scott White (zang, drums) elkaar muzikaal enorm goed aanvoelt en uitmuntend op elkaar ingespeeld is, barst de plaat van de energie, en wordt tegelijkertijd een zwierige dynamiek neergelegd. Bovendien zijn beider stemmen helemaal compatibel waarbij Alex, die de meerderheid van de vocalen voor haar rekening neemt, uitblinkt in instant herkenbare, wat sloganesk melodieuze refreinen, terwijl Francis geregeld naar een bezwerende parlando teruggrijpt.

Met als orgelpunt het lichtvoetig melancholische, uiterst catchy 'Cerebellum' neigt het gros van de nummers zo naar spitante, puntige garagepop. Ter afwisseling wijkt het duo uit Chicago wel enkele keren van deze norm af, onder meer met de ziedende punk van 'Finger, de aan de koffiemolengrunge van Mudhoney verwante afsluiter 'Thrash time' en – meest in het oog springend – het hypnotische 'Pacci' dat helemaal drijft op een indringende, middenoosters etnische invloed.

Na acht jaar blijkt er nog steeds geen sleet op de formule van White Mystery te zitten, en wat ons betreft mogen ze nog enige tijd (zelf legden ze de houdbaarheidsdatum van hun band op 2018) met dezelfde regelmaat van de klok platen blijven uitbrengen.

https://www.facebook.com/Over-from-underground-1466055173714208/

zondag 15 mei 2016

Tacocat in Extase (Tilburg) tijdens Incubate op 14.05.16

Terwijl de populariteit van Tacocat aan de andere kant van de oceaan aan een stijle opmars bezig is, lijkt ook Europa hoe langer hoe meer gewonnen voor de melodieuze punkrock van het kleurrijke viertal uit Seattle. Een goed volgelopen zaal op een middernachtelijk uur in Tilburg zet deze stelling alleszins kracht bij. 


Na een ultrakorte line-check kan, tijdens de aankondiging, een dolenthousiaste Nightbirds-organisator zijn opwinding nauwelijks verhullen dat hij na twee jaar proberen eindelijk Tacocat naar zijn podium kreeg. We zeggen er trouwens donder op dat de jongeman allerminst teleurgesteld zal zijn in z'n opzet. Met een overtuigende presentatie van hun nieuwste album weten Emily Nokes & co de gemoederen van het publiek immers tot het crowdsurfpunt te verhitten. Naast het nieuwe materiaal halen ook de vlotjes herkende singles aangevuld met 'Psychedelic quinceañera' uit 'NVM' de setlist.

Waar bas, drum en gitaar elkaar voor geen millimeter lossen en een krachtige en tegelijkertijd soepel vloeiende dynamiek neerleggen, spreidt frontvrouw Nokes, in vergelijking met de laatste keer dat we haar live aan het werk zagen, zowel qua podiumperformance als zangstijl een opmerkelijke evolutie tentoon. Zo staat 'Talk' zowat symbool voor de nieuwe diepgang die ze sinds kort in haar vocalen weet te leggen. Daarnaast trekt ze, tamboerijn vast in de hand, het overgrote deel van de aandacht organisch naar zich toe middels een geheel eigen choreografie van een soort stijlvol hoekige, moderne dans met ballet- en cheerleadinvloeden die niet langer verwijst naar Kathleen Hanna.

Zonder de karakteristieke speelsheid te verliezen bewijst Tacocat zich ten volle als een serieus te nemen band die plezier en talent koppelt aan inhoud en vakmanschap. Het applaus dat hen na het afsluitende horeca-anthem 'I hate the weekend' te beurt valt is dan ook navenant oorverdovend. Gezien het tijdschema van het festival zit een druk gesolliciteerde bisronde er helaas niet in.

Wel kan je Tacocat binnenkort nog eens aan het werk zin in onder meer Gent (Café Video, 23.05).


maandag 9 mei 2016

Trapper Schoepp – 'Rangers & Valentines': a million dollar voice

Trapper Schoepps nieuwste zet de deur wagenwijd open naar een immens groot publiek. Op 'Rangers & Valentines' ruilt de jeugdige singer-songwriter uit Wisconsin de met indierockinvloeden doorspekte americana van zijn uitmuntende debuut 'Run, engine, run' namelijk resoluut in voor meer straightforwarde, enorm goed in het oor liggende, op traditionele genres als country, folk en talking blues geënte heartland rock.


Met enkel nog bassist en broer Tanner vast aan zijn zijde en de rest van de voormalige begeleidingsgroep The Shades geheel (gitarist Graham Hunt) of gedeeltelijk (drummer Jon Phillip) vervangen door studio- en gastmuzikanten, werden de voormalige scherpe randjes ondertussen grotendeels afgevijld en mooi gepolijst. Neigen de op stadionmaat gesneden blazers, strijkers en overvloedige backingkoortjes in combinatie met de ultrastrakke, toegankelijke gitaarriffs en -licks en de erg radiovriendelijke productie van Brendan Benson op zich soms wat naar het bombastische, leiden Trappers tot de verbeelding sprekende vocalen de aandacht hiervan echter overtuigend af, waardoor de uitermate catchy, tegelijkertijd traditie ademende songs toch heel wat zeggingskracht meekrijgen.

De jongeman beschikt over zo'n doorleefd sprankelend timbre en zo'n soepele, rijke, veelzijdig diepgravende stem dat hij bij wijze van spreken zelfs het telefoonboek probleemloos een emotionele geladenheid zou kunnen meegeven. Als geboren verhalenverteller verstaat hij bovendien de kunst dagdagelijkse gebeurtenissen (de ene keer uit het heden, dan weer uit de geschiedenis van zijn familie of zijn thuisland) een fabelachtige wending aan te meten die zelfs op de iets banalere momenten een gevoelige snaar weet te raken.

Moest Bruce Springsteen er om een of andere reden de komende tijd de brui aan geven, is zijn opvolging alvast verzekerd. Als zanger en als songschrijver herbergt Trappers Schoepp immers overduidelijk het potentieel om deze commerciële grootmacht op termijn te overvleugelen. Daarenboven zagen we hem eerder dit jaar live al het soort vastberaden focus tentoon spreiden waaruit te concluderen viel dat hij zich door niets of niemand uit zijn lood zal laten slaan.

https://www.facebook.com/Over-from-underground-1466055173714208/

zondag 1 mei 2016

Mansfield.TYA in Atelier 210 (Brussel) op 30.04.16

Zagen we Mansfield.TYA ter gelegenheid van de tiende verjaardag van debuut 'June' een intimistische, quasi volledig akoestische prestatie op de planken brengen tijdens Les Nuits Botanique 2015, liggen de verwachtingen voor hun show in het Brusselse Atelier 210 enigszins anders. Ondertussen bracht het duo met het indringende 'Corpo inferno' immers een nieuwe langspeler op de markt die de op 'Nyx' ingeslagen weg met hoe langer hoe openlijker binnensluipende electronica consequent verder zet, waardoor je deze keer kon anticiperen op een full force performance.


Vanaf het moment dat Carla Pallone alleen het podium betreedt en de eerste snaar van haar in effecten gedrenkte viool aanstrijkt, blijkt dit ook volledig het geval. Als intro op opener 'BB' legt ze het soort episch somberende doomstonergroove neer waar de Melvins ten tijde van 'Stoner witch' al eens een optreden mee plachten aan te vangen. Terwijl het gros van de beats en sounds voorgeprogrammeerd staat om de onder luid applaus opgekomen Julia Lanoë toe te laten zich hoofdzakelijk te concentreren op het vocale werk en de performance, beklemtoont Pallone, eens de song helemaal op gang gekomen is, de ijzingwekkend opgebouwde, naar hypnotizerend neigende spanning met onwereldse backings.

Meteen valt ook op dat het Franse duo heel los omspringt met de studioversies zoals ze op plaat geregistreerd staan. Veelal krijgen de nummers een behoorlijk afwijkende, vaak langere uitvoering hetzij met uitgesponnen outro's, hetzij met subtiele veranderingen in zowel tempo als zanglijn, en bij 'Gilbert de Clerc' zelfs met extra, a-d-i-e-u spellende pre-strofes. Krijgt het slepende 'La nuit tombe' nog slechts een naar electro neigende industrialeinde mee, waan je je even later bij 'Le palais noir' helemaal op een gitzwarte rave.

De op deze wijze overdonderende passages worden in het kader van dynamiek in afwisseling geplaatst met momenten waarop de songs traditioneler ten berde gebracht worden (doorgaans gebruik makend van een sobere elektrische gitaar, keyboards en/of violen) zoals bijvoorbeeld 'Jamais jamais' en het a capella gebrachte 'Le monde dus silence'. Samen met het door de knetterende chemie tussen beide protagonisten gedragen zichtbare spelplezier en de frivole indruk die Lanoë uitdraagt tijdens haar talrijke interacties met het publiek, ontlasten deze episodes telkens wat stoom van de ketel en zorgen ze ervoor dat de gecreëerde donker dreigende atmosfeer in zijn geheel nergens te zwaar op de hand wordt. Mansfield.TYA transponeert 'Corpo inferno' live naar een zinderend, zinneprikkelend totaalspektakel waar sfeer, songs en visuele performance elkaar exponentieel intensifiëren en uniform conceptueel naar voor komen.

Na een reguliere set van een vol uur vraagt het flink opgehitste publiek dan ook oorverdovend om meer. Maar liefst drie keer komen Lanoë en Pallone op enthousiaste aanvraag terug uit de coulissen om vanuit de losse pols nog enkele nummers te brengen waaronder zich met 'Logic coco', 'Des coups des coeurs' en 'Je ne rêve plus' voor het eerst ook ouder werk bevindt. Mansfield.TYA maakte met andere woorden behoorlijk wat indruk.