maandag 27 februari 2017

Steal Shit Do Drugs in Doornik (met Komplikations in Water Moulin op 24.02.17) en Gent (in Café Charlatan op 26.02.17)

Aan het begin van een maandlange, volgestouwde Europese tour kon je Steal Shit Do Drugs twee keer in België aan het werk zien. Dat het Amerikaanse vijftal vorig jaar een tot de verbeelding sprekende punkplaat uitbracht bij het Italiaanse Annibale Records zorgde alleszins voor hoge verwachtingen.


In een tot concertclub omgebouwd rijhuis aan de Doornikse spoorlijn bijt het voor de gelegenheid als voorprgramma opgetrommelde Komplikations de spits af. De Luikenaars grossieren al een jaar of zes in jachtig dokkerende retro punk wild afgewerkt door een verbeten lyrics in het rond spuwende frontman. Met keyboards in de plaats van gitaren en een uitermate sterke drummer die met gevoel strak kan wezen brengt het trio een energieke en intense show op de planken, helemaal zoals het het genre betaamt.

In de ontspannen laissez faire atmosfeer van Water Moulin vindt Steal Shit Do Drugs duidelijk een habitat waarin ze goed gedijen. Van bij opener 'Whiting Tennis' slaat de volgepakte ruimte dan ook aan het kolken, en dat zal een heel optreden lang zo blijven. Terwijl Kennedy Carda zich presenteert als een enorm charismatische en tevens licht theatrale frontman, legt de rest van de band een heldere, snedige groove neer op het snijpunt van punk, postpunk en garage.

Aangevuld met onder meer 'Money Spent' uit de 'First Comes Money'-ep put de band uiteraard vooral uit hun recente album. Een bondig “Seattle sucks” betreffende hun thuisstad gaat 'Royal' als bindtekst vooraf, waarna Carda vervolgens de lyrics over het lokale artiestenmilieu dat hoe langer hoe meer plaats moet ruimen voor een door een oprukkend legertje hedendaagse yuppies gecreëerde proper glimmende bovenlaag, de benodigde uitleg laat verschaffen.

Net wanneer SSDD wil toewerken naar hun finale, blijkt gitarist Jermaine Blair te kampen te hebben met een gebroken snaar wat hem niet in staat stelt nog alle voorziene nummers te spelen waardoor snel een nieuw einde wordt geïmprovisseerd. Dit vindt zijn orgelpunt in de als drukgesolliciteerde bis voorbehouden The Cramps-cover 'New kind of Kick'.


Twee dagen later in de iets gestroomlijndere omstandigheden in Café Charlatan waar wat minder vanzelfsprekend nieuwe zieltjes worden gewonnen weet Steal Shit Do Drugs nogmaals te overtuigen. Ze brengen ook nu weer een heftige, dynamische en organische performance waarbij drummer Pete Capponi onverstoorbaar het tempo en de dynamiek dicteert, de bas van Erika Mayfield aan de lopende band catchy hooks aflevert en de gitaren (de ene droog en ijl, de andere eerder warm grommend) elkaar perfect aanvullen.

Geen technische problemen deze keer waardoor Carda & co nu wel volgens planning kunnen werken, al is het niet helemaal duidelijk of 'Michelle' zonder suggestie uit het publiek gespeeld zou zijn. Net als in Doornik wordt de reguliere set zo afgesloten met één van de twee in het optreden binnengebrachte nieuwe nummers. In Gent volgt weliswaar geen toegift. Niettemin bewijst Steal Shit Do Drugs andermaal dat de ijzersterke recente langspeler geen toevalstreffer is die daarenboven ook even overtuigend naar een livesituatie vertaald kan worden.


donderdag 23 februari 2017

Cherry Glazerr in Trix (Antwerpen) op 22.02.17

Met het uitmuntende 'Apocalipstick' lostte Cherry Glazerr de hooggespannen verwachtingen die het door frontvrouw Clementine Creevy als 15-jarige bij elkaar gepende debuut 'Haxel Princess' reeds in 2014 creëerde, helemaal in. Terwijl het kwartet uit L.A. later dit voorjaar geprogrammeerd staat tijdens Les Nuits Botanique, kon je hen alvast aan het werk zien in het Antwerpse Trix.


Goofy walking opkomend tijdens een noisy intro die al snel overgaat in het heftige 'Sip O' Poison', zet Creevy meteen de toon voor een expressieve performance die barst van de jeugdige branie, spontaniteit en dito enthousiasme. Dat de gedegen ritmesectie een strakke, energieke en licht dansbare groove neerlegt, stelt de spilfiguur in staat volledig haar eigen ding te doen waarbij ze resoluut kiest voor een gedecideerde hard/zacht dynamiek en de gitaar geregeld laat scheuren en gieren. Toetseniste Sasami Ashworth, die tevens de backings verzorgt en tijdens de bindlyrics geregeld voor een humoristische noot zorgt, weet aanvullend perfect haar momenten uit te pikken om op de voorgrond te treden.

De focus ligt met onder meer 'Nuclear Bomb' en 'Instagratification' aanvankelijk vooral op het eerder dit jaar verschenen album, maar hoe langer hoe meer sijpelen nummers uit het debuut de setlist binnen (zoals 'Teenage Girl' en 'Trick or Treat Dancefloor') aangedikt met toch aanzienlijk wat songs die niet op een van beide langspelers verschenen. Zo sluit het uitgesponnen, lofi-funkrockjammerige 'Chewing Cud' de reguliere show af waarna nog een laatste keer wordt teruggekeerd met een even melodieuze als snedige cover van Nirvana's 'Territorial Pissings.' Terwijl de frase “never met a wise man, if so it's a woman” hier door de prominente backings op gepaste wijze uitgelicht wordt, beklemtoont dit orgelpunt nogmaals de in een modern jasje gestoken grunge invloeden van de band.

Het gedreven optreden dat Cherry Glazerr op de planken brengt, dat spelplezier, overtuiging en samenhorigheid centraal plaatst, verraadt dat vooral Creevy en Ashworth tenvolle genieten van het uitleven van een adolescentendroom waar het cynisme van de industrie voorlopig nog geen enkele bezoedelende impact op heeft gehad. Moge dit avontuur hen nog langdurig naar de meest wonderbaarlijke plekken in het muzieklandschap voeren!


maandag 13 februari 2017

Fred & Toody + Top Down in Het Bos (Antwerpen) op 12.02.17

Met Dead Moon-oprichters Fred en Toody Cole haalde Hotsjumenas een koppel levende legendes naar Het Bos voor wat werd aangekondigd als hun laatste optreden op Belgische bodem. Een betere reden om je op een zondagavond naar Antwerpen te reppen, valt aldus slechts moeilijk te bedenken.


Als openingsact voor de hele tour neemt het echtpaar Cole het eveneens vanuit Portland opererende Top Down mee de hort op. Met een door Fred geproduced debuut onder de arm brengt het trio een oerdegelijke set rechtdoor stompende, complexloze garagerock die genregewijs zeker en vast in één lijn ligt met het hoofdprogramma. Terwijl drumster Fiona Campbell er constant de vaart flink in houdt, verdelen bassist Chuck Struggler en gitariste szim netjes de zanglijnen.

Niet veel later maken Fred & Toody hun opwachting, de tekenen des tijds zo goed mogelijk negerend. Ondanks veranderde omstandigheden (de afwezigheid van de onlangs overleden en niet vervangen drummer Andrew Loomis en gezien de leeftijd de noodzaak op stoelen gezeten op te treden) verandert het duo niets aan het opzet van weleer, namelijk één gericht op energie, dynamiek en bovenal enorm veel spelplezier. Je krijgt met andere woorden geen poging tot intiemere herinterpretatie van de nummers; en dat werkt ook als je concerteert voor een schare van je meest toegewijde fans (die zoals Toody terloops opmerkt minstens twee generaties overspannen) en, meer nog, over een enorm arsenaal uitmuntende, even krachtige als catchy en beroerende songs beschikt die in quasi elke omstandigheid overeind blijven.

De snee mag dan doorheen de jaren wat afgebot zijn en het mag dan bij momenten nog wat meer rommelen en rammelen dan weleer, de gevoelsvolle interactie tussen Toody en Fred geeft meer dan ooit vonken. Hoewel laatstgenoemde gaandeweg het optreden wat grappend begint te klagen over een pijnlijk achterwerk van het lange zitten, houdt het tweetal het nagenoeg een uur lang vol. Op unanieme vraag van het publiek persen de grootouders van de underground rock er zelfs nog een bisronde uit met achtereenvolgens 'Out in the Blue', 'It's O.K.' en Elvis-cover 'Can't Help Falling in Love'. Dit laatste orgelpunt is meteen een ultieme uiting van hoe Fred & Toody telkens weer de juiste (spreekwoordelijke) snaar weten te raken, sowieso bij het publiek, maar in de eerste plaats ook bij elkaar. 


donderdag 2 februari 2017

Firefang – 'Firefang': uitstekend debuut

Firefangs zelfgetitelde eersteling neemt een vliegende start met het naar de speedrock van Zeke neigende 'Crazy', op de voet gevolgd door de vuile garageblues van 'Down'. Zo ben je meteen klaar wakker voor het echte werk. 'Waiting List' geeft immers een eerste keer aan waar de ware kracht van de het Gentse drietal ligt, namelijk in lang uitgesponnen, bezwerend slepende nummers waarop de bandleden als één hecht organisme op en neer deinen, en meticuleus een haast ondraaglijke spanning opbouwen om vervolgens furieus stoom af te laten.


Terwijl geregeld nog wel kort en krachtig wordt toegeslagen met onder meer protestsong 'Nothing' en het aan een Mudhoney-riff opgehangen 'Sheezzz', zijn het eerder nummers als het hypnotiserende 'In a Home' en het sludge-grungy 'One Day' die eigenlijk de toon van het album bepalen. Welke genrerichting de band ook inslaat, een constante blijft de door de ritmesectie neergelegde soepele en catchy groove en het van veel feeling getuigende gitaarspel van frontman Steven “Andsowon” De Poorter. Zijn zangpartijen schieten dan weer wel verschillende kanten op gaande van het onversaagd de stembanden aan gort schreeuwen over een aan figuren als Nick Cave verwante indringende croon tot zelfs enkele uitingen van trillende yarling.

Firefang debuteert met andere woorden in stijl.

Je kan het release-optreden van deze plaat trouwens nu zaterdag meemaken in Gent (Café Molotov, 04.02)


woensdag 1 februari 2017

Death Valley Girls in Antwerp Music City op 31.01.17

Concertorganisaties Girls go BOOM en Hotsjumenas sloegen de handen in elkaar om het glammy garagepunkcombo Death Valley Girls naar het Antwerpse Music City te halen, een qua capaciteit eerder bescheiden zaal die nog steeds de sfeer waarbinnen het alternatieve rockgebeuren zich jaar of twintig à dertig geleden afspeelde, uitademt en waar de muzikanten (letterlijk) op gelijke hoogte acteren met het publiek. Dat je de band bij gevolg kan aanraken bleef in dit geval niet enkel bij wijze van spreken zo. Tegen het eind van de set begaf frontvrouw Bonnie Bloomgarden zich immers complexloos tussen de toeschouwers om tijdens de zangloze stukken duchtig omhelzingen uit te delen.


Een dik half uur eerder opende het kwartet uit L.A., aanvattend met de titelsong, hun energieke en gebalde optreden met hetzelfde trio als de vorig jaar verschenen langspeler 'Glow In the Dark'. Gedragen door de strak groovende ritmesectie die tevens feilloos de backings verzorgde en de alternatie van grofkorrelige gitaarriffs met galmende intro's en extra's van Larry Schemel, trokken de Death Valley Girls een behoorlijke geluidsmuur op. Bloomgarden bewees evenwel de power die achter haar vocalen steekt door hier als een mes doorheen te snijden.

Weliswaar gedreven door het surplus aan live-energie kregen de meeste songs uit het recentste album, aangevuld met onder meer 'No Reason' en 'Girlfriend' uit het debuut, eenzelfde benadering als de (eveneens al explosieve) studioversies. Enkel het psychedelisch zweverige rustpunt 'Pink Radiation' week hier, met wat opmerkelijke frivoliteiten in de zanglijn erbij aangemeten, vanaf. Toen bissend werd afgesloten met nieuw nummer 'Born Again and Again', kreeg je meteen mee dat voor later dit jaar een nieuwe plaat op de planning staat. Vast en zeker iets om naar uit te kijken!

https://www.facebook.com/Over-from-underground-1466055173714208/