Aan het begin van een maandlange,
volgestouwde Europese tour kon je Steal Shit Do Drugs twee keer in
België aan het werk zien. Dat het Amerikaanse vijftal vorig jaar een
tot de verbeelding sprekende punkplaat uitbracht bij het Italiaanse
Annibale Records zorgde alleszins voor hoge verwachtingen.
In een tot concertclub omgebouwd
rijhuis aan de Doornikse spoorlijn bijt het voor de gelegenheid als
voorprgramma opgetrommelde Komplikations de spits af. De Luikenaars
grossieren al een jaar of zes in jachtig dokkerende retro punk wild
afgewerkt door een verbeten lyrics in het rond spuwende frontman. Met
keyboards in de plaats van gitaren en een uitermate sterke drummer
die met gevoel strak kan wezen brengt het trio een energieke en
intense show op de planken, helemaal zoals het het genre betaamt.
In de ontspannen laissez faire
atmosfeer van Water Moulin vindt Steal Shit Do Drugs duidelijk een
habitat waarin ze goed gedijen. Van bij opener 'Whiting Tennis' slaat
de volgepakte ruimte dan ook aan het kolken, en dat zal een heel
optreden lang zo blijven. Terwijl Kennedy Carda zich presenteert als
een enorm charismatische en tevens licht theatrale frontman, legt de
rest van de band een heldere, snedige groove neer op het snijpunt van
punk, postpunk en garage.
Aangevuld met onder meer 'Money Spent'
uit de 'First Comes Money'-ep put de band uiteraard vooral uit hun
recente album. Een bondig “Seattle sucks” betreffende hun
thuisstad gaat 'Royal' als bindtekst vooraf, waarna Carda vervolgens
de lyrics over het lokale artiestenmilieu dat hoe langer hoe meer
plaats moet ruimen voor een door een oprukkend legertje hedendaagse
yuppies gecreëerde proper glimmende bovenlaag, de benodigde uitleg
laat verschaffen.
Net wanneer SSDD wil toewerken naar hun
finale, blijkt gitarist Jermaine Blair te kampen te hebben met een
gebroken snaar wat hem niet in staat stelt nog alle voorziene nummers
te spelen waardoor snel een nieuw einde wordt geïmprovisseerd. Dit
vindt zijn orgelpunt in de als drukgesolliciteerde bis voorbehouden
The Cramps-cover 'New kind of Kick'.
Twee dagen later in de iets
gestroomlijndere omstandigheden in Café Charlatan waar wat minder
vanzelfsprekend nieuwe zieltjes worden gewonnen weet Steal Shit Do
Drugs nogmaals te overtuigen. Ze brengen ook nu weer een heftige,
dynamische en organische performance waarbij drummer Pete Capponi
onverstoorbaar het tempo en de dynamiek dicteert, de bas van Erika
Mayfield aan de lopende band catchy hooks aflevert en de gitaren (de
ene droog en ijl, de andere eerder warm grommend) elkaar perfect
aanvullen.
Geen technische problemen deze keer
waardoor Carda & co nu wel volgens planning kunnen werken, al is
het niet helemaal duidelijk of 'Michelle' zonder suggestie uit het
publiek gespeeld zou zijn. Net als in Doornik wordt de reguliere set
zo afgesloten met één van de twee in het optreden binnengebrachte
nieuwe nummers. In Gent volgt weliswaar geen toegift. Niettemin
bewijst Steal Shit Do Drugs andermaal dat de ijzersterke recente
langspeler geen toevalstreffer is die daarenboven ook even
overtuigend naar een livesituatie vertaald kan worden.