Waar Tacocat tussen langspeeldebuut
'Shame spiral' en het twee jaar oude 'NVM' al een opvallend parcours
aflegde van Riot Grrrl punk naar gestroomlijnde alternatieve rock,
weet het viertal op hun nieuwste het spectrum nog wat te verbreden.
Zo treden op 'Lost time' voor het eerst openlijk – zij het nog
steeds veel minder expliciet dan bij labelgenoten La Luz en vooral
Shannon and the Clams – enkele retropopinvloeden uit het voetlicht.
Luister er bijvoorbeeld 'You can't fire
me, I quit' en 'Night swimming' maar eens op na. Nummers als single
'I hate the weekend', 'Plan A, Plan B' en 'I love Seattle' liggen dan
weer volledig in lijn met de up tempo, melodieuze punkrock die al op
de vorige plaat te horen was.
Verder heeft frontvrouw Emily Nokes
haar aanvankelijke schuchterheid ondertussen volledig overboord
gegooid, wat haar in staat stelt het enorme potentieel van haar
vocalen ten volle te benutten. Ze vindt hiermee een additionele,
emotionele dimensie die ze bovendien weet te extraheren naar het
totaalplaatje. Meest opvallende exponent van deze evolutie is het
tegelijkertijd geladen en goed in het oor liggende 'Talk'.
Tekstgewijs grossiert Nokes nog steeds
in laagdrempelige, uit het dagelijkse leven gegrepen thema's die vaak
een mild humoristische, maatschappijkritische echo met zich
meedragen. Terwijl onder meer internet trolling en mansplaining op de
gekende toon flink worden aangepakt, krijgt zowel thuisstad Seattle
als Dana Scully uit The X-files heel wat lof toegestrooid in een
onvervalste ode.
Ondersteund door een nieuw aangeboorde
diepgang, klinkt 'Lost time' als vanouds scherp, speels, catchy en
energiek. Zonder hun eigenheid te verliezen zet Tacocat alweer een
stap voorwaarts; een gegeven dat hen geen windeieren lijkt te leggen.
Zeker aan de andere kant van de oceaan bonkt het kleurrijke
gezelschap almaar nadrukkelijker op de poort van een bescheiden
doorbraak.