maandag 30 december 2019

Favorieten van 2019





Albums (alfabetisch)

Bleached – 'Don't You Think You've Had Enough?'
Le Butcherettes – 'bi/MENTAL'
Cherry Glazerr – 'Stuffed & Ready'
Shana Cleveland – 'Night of the Worm Moon'
Feels – 'Post Earth'
Gróa – 'Í Glimmerheimi'
Knife Wife – 'Family Party'
Mozes and the Firstborn – 'Dadcore'
Nots – '3'
Priests – 'The Seduction of Kansas'
Trapper Schoepp – 'Primetime Illusion'
Tacocat – 'This Mess Is A Place'
Together Pangea – 'Dispassionate'


Songs (die niet op bovengenoemde albums staan)

Deadbeat Beat – 'You Lift Me Up'
Death Valley Girls – 'Dream Cleaver'
Ex Hex – 'Cosmic Cave'
Girl Friday – 'Lullaby No. 13'
Mark Lanegan – 'Night Flight to Kabul'
Shannon Lay – 'The Dream'
Mudhoney – 'Vortex of Lies'
Pip Blom – 'Tinfoil'
Julia Shapiro – 'Natural'
Shitkid – 'Summer Break'
Sleater-Kinney – 'Hurry on Home'
Suo – 'Who's It Gonna Be?'
Tacocat – 'Retrograde'
A Tribe Called Red – 'The OG'
Twen – 'Damsel'
Scott Yoder – 'Sugar on Your Lips'


Optredens (chronologisch)

A Tribe Called Red, Botanique (Brussel), 10.02
Feels, Aap (Gent), 24.03
Trapper Schoepp, huiskamerconcert (Wevelgem), 01.04
Cherry Glazerr, Botanique (Brussel), 09.04
Priests, Botanique (Brussel), 20.05
Calvin Johnson, dB's (Utrecht), 28.05
Le Butcherettes, Bear Rock (Andenne), 28.06
Steel Shit Do Drugs, Chaff (Brussel), 15.07
Tacocat, Botanique (Brussel), 01.09
Scott Yoder, Slow Bear e.a., Kunstroute Oud-Heverlee, 22.09
Together Pangea, Muziekodroom (Hasselt), 20.09
Mozes and the Firstborn, Mosterdpop (Elsloo), 05.10
Shana Cleveland, Botanique (Brussel), 25.10


https://www.facebook.com/overfromunderground/



vrijdag 27 december 2019

Kim Gordon – 'No Home Record': hermetisch meeslepend


Zonder dat je de parameters op voorhand concreet kon invullen, klinkt Kim Gordons eerste plaat onder eigen naam helemaal naar de lijn der verwachtingen. Dat het vroegere Sonic Youth-boegbeeld - steeds minstens één oog gericht gehouden hebbend op de beeldende kunsten - van experiment en non-conformisme een handelsmerk maakte, laat zich namelijk duidelijk gehoren.


Opener 'Sketch Artist' plaatst zonder verpinken classicistische vioolklanken naast dromerige soundscapes en dreigende industrialdreunen, wat dan ook helemaal logisch overkomt. Met invloeden van onder andere noise, slaapkamerpop en no wave is 'No Home Record' een langspeler die tegelijkertijd klassiek en futuristisch aandoet, en toegankelijkheid en hermetisme haast als vanzelfsprekend hand in hand laat gaan.

Terwijl het ritmische en de uitgesproken dynamiek een belangrijke plaats in het geheel in nemen, hint Gordon met haar karakteristieke, diep in de keel geproduceerde, gedurende jaren in het collectieve geheugen genestelde stemgeluid vocaal slechts af en toe vaagweg naar een melodie. Waar de lyriek doorgaans minimalistisch en open voor interpretatie blijft, kan je er niet om heen dat de relatiebreuk met Thurston Moore, die ondertussen reeds ruim acht jaar geleden plaats vond, bij momenten duidelijk opduikt in de thematiek. Wie autobiografie 'Girl in a Band' las, heeft bijvoorbeeld nauwelijks duiding nodig bij 'Don't Play It'.

'No Home Record' is aldus een grillige, meeslepende en sfeerscheppende plaat die muzikaal vakmanschap ondergeschikt maakt aan artistieke expressie.

https://www.facebook.com/overfromunderground/


maandag 23 december 2019

Scott Yoder – 'No Longer Apart': tijdloze, weemoedige glamfolk


Net voor het jaareinde completteerde Scott Yoder zijn tweemaandelijks geloste, zesdelige dubbelsinglereeks, waardoor hij op zich qua output ook in 2019 een goedgevulde langspeler bij elkaar pende. Het met full band gebrachte, nostalgische, klassiek opgezette folky maar inventief uitgewerkte singersongwritermateriaal dat zowel ingetogen naar voren weet te komen als bij momenten richting garage annex glamrock uitstapt, vertoont trouwens eenheid genoeg om samen op een plaat een perfect geheel te vormen.


De finale titelsong is een in een fade-outende gitaarsolo uitmondend, aan en dikke jaren 70-gitaarrocksound opgehangen, majestueus slepend nummer, terwijl B-kant 'Wither on the Vine' dan weer meer aansluiting zoekt bij wat vinniger folky garagapopmateriaal. Zoals doorheen de hele serie het geval is, zorgen Yoders stemtimbre en weemoedig meeslepende zanglijnen voor een nostalgisch gevoel van grandeur vergelijkbaar met dat van klassieke films toen het medium nog relatief nieuw was (waar overigens thematisch geregeld aan gerefereerd wordt).

Op die manier sluit Scott Yoder zijn jaar eens te meer erg productief af, zowel qua tourschema als op het vlak van studioproductie.



dinsdag 17 december 2019

Scully – 'Encounters': zweverige zwanenzang


Nadat half september reeds finaal een punt werd gezet achter hun liveshows, vormt Scully's tweede ep nu de definitieve zwanenzang van het Amerikaanse trio. In zijn totaliteit blijft hun officiële oeuvre daarmee steken op (over tien songs verspreide) zowat 32 minuten zweverige indierock.


'Encounters' herbergt vier meeslepend groovende nummers die een in reverb gedrenkte, zich zowat op het snijvlak tussen surf en new wave bevindende gitaarsound centraal plaatst. Terwijl de ritmesectie een soepele en vinnig heupwiegende kadans op de mat brengt, vormen de ijle, dromerige vocalen eerder een extra sfeerscheppende aanvulling op de rest van het instrumentarium dan dat ze een uitgesproken extra dimensie aan het geheel toevoegen.

Scully's laatste ep klinkt daardoor heel etherisch en laat de band haast even geruisloos als ze een jaar of drie geleden kwam aanwaaien, weer verdampen.



dinsdag 10 december 2019

Mudhoney – 'Morning in America': niets ingeboet aan intensiteit


Ook dit jaar schopt Mudhoney nog eens flink tegen de schenen van het (politieke) establishment. “I can see what they're trying to do, We know who they're gonna screw, Oh baby, it's me and you”, legt de openingszin van de zeven nummers tellende 'Morning in America'-ep meteen de vinger op de wonde.


Terwijl het titelnummer even later geen spaander heel laat van de huidige Amerikaanse maatschappij, is het generatiekloofsgewijs opmerkelijk dat het ervaren viertal uit Seattle met 'Let's Kill ourself Live Again', in een gebaldere herwerking van een vorig jaar reeds uitgebracht nummer, alweer frontaal de aanval inzet op hét symbool bij uitstek van de hedendaagse jeugd. Met hetzelfde vuur waarmee vroeger - toen er in de verste verder nog geen sprake was van Facebook, Snapchat, Instagram en consoorten - het standpunt en de situatie van jong adolescente outcasts werd verdedigd annex uitgeklaard, haalt Mark Arm hier namelijk het hele sociale media-gegeven door de bloederige mangel.

Met zijn snerende stemtimbre waar de tand des tijds geen enkele invloed op uitgeoefend lijkt te hebben, ventileert de messcherpe frontman zijn frustraties nog steeds diep vanuit de ingewanden; en ook instrumentaal wijkt Mudhoney amper af van de eind jaren 80 ingeslagen weg. De gitaren piepen, kraken en scheuren als vanouds, en klinken gewoontegetrouw superfuzzy en bigmuffy met hier en daar ook nog eens de ertussengeschakelde wah wah-pedaal ingeduwd. De dynamiek van de grungy garagepunk schippert vertrouwd tussen episch slepend en snedig punkrockerig.

Door hun vintage rauwe totaalsound en dito, non-conformistische geest los te laten op de wereld zoals die zich heden ten dage presenteert, weet Mudhoney anno 2019 nog steeds relevant voor de dag te komen.