Ook dit jaar
schopt Mudhoney nog eens flink tegen de schenen van het (politieke)
establishment. “I can see what they're trying to do, We know who
they're gonna screw, Oh baby, it's me and you”, legt de openingszin
van de zeven nummers tellende 'Morning in America'-ep meteen de
vinger op de wonde.
Terwijl het
titelnummer even later geen spaander heel laat van de huidige
Amerikaanse maatschappij, is het generatiekloofsgewijs opmerkelijk
dat het ervaren viertal uit Seattle met 'Let's Kill ourself Live
Again', in een gebaldere herwerking van een vorig jaar reeds
uitgebracht nummer, alweer frontaal de aanval inzet op hét symbool
bij uitstek van de hedendaagse jeugd. Met hetzelfde vuur waarmee
vroeger - toen er in de verste verder nog geen sprake was van
Facebook, Snapchat, Instagram en consoorten - het standpunt en de
situatie van jong adolescente outcasts werd verdedigd annex
uitgeklaard, haalt Mark Arm hier namelijk het hele sociale
media-gegeven door de bloederige mangel.
Met zijn snerende
stemtimbre waar de tand des tijds geen enkele invloed op uitgeoefend
lijkt te hebben, ventileert de messcherpe frontman zijn frustraties
nog steeds diep vanuit de ingewanden; en ook instrumentaal wijkt
Mudhoney amper af van de eind jaren 80 ingeslagen weg. De gitaren
piepen, kraken en scheuren als vanouds, en klinken gewoontegetrouw
superfuzzy en bigmuffy met hier en daar ook nog eens de
ertussengeschakelde wah wah-pedaal ingeduwd. De dynamiek van de
grungy garagepunk schippert vertrouwd tussen episch slepend en snedig
punkrockerig.
Door hun vintage
rauwe totaalsound en dito, non-conformistische geest los te laten op
de wereld zoals die zich heden ten dage presenteert, weet Mudhoney
anno 2019 nog steeds relevant voor de dag te komen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten