De succesvolle ontvangst van officiële
eersteling 'Run engine run' leverde de uit Milwaukee afkomstige
Trapper Schoepp heel wat uitgelezen speelkansen op in zijn thuisland,
onder meer als voorprogramma van The Jayhawks, The Wallflowers en de
Old 97's. Een team-up met ervaren rocker Jesse Malin gaf de jeugdige
singer-songwriter de gelegenheid, met een nieuw album in de pijplijn,
voor het eerst de oversteek naar Europa te maken. Volgend op heel wat
data in het VK debuteert de getalenteerde jongeling op het vasteland
in een reeds aardig volgelopen Café De Zwerver.
Openend met een folkbluesy nieuw nummer
dat het wapengeweld in de VS aankaart, bewijst Trapper Schoepp van
meet af aan dat hij ruimschoots over voldoende présence beschikt om
er ook zonder begeleidingsgroep The Shades helemaal te staan. Terwijl
de frontman in zijn uppie uitdrukkelijk contact zoekt (en vindt) met
het publiek, komt zijn gitaarspel snedig, zuiver en beheerst voor de
dag, en laten de perfecte akoestische omstandigheden zijn rijke
stemtimbre volledig uit de verf komen. Naast single 'Tracks', 'Pins
and needles' en het titelnummer uit zijn debuut, brengt Schoepp met
'Ballad of Olof Johnson', 'Ogallala' en 'Tornado Alley' aan aantal
nummers uit het binnenkort te verschijnen 'Rangers and Valentines'
(releasedatum 1 april) die in alternatieve mixen samen met een
tweetal folktraditionals reeds verkrijgbaar zijn als tour-ep. Als
apotheose op zijn ongetwijfeld zieltjes winnende performance kiest de
enorm gefocust overkomende Amerikaan als afsluiter voor een rechttoe
rechtaan stompende rocksong, waarbij hij assistentie krijgt op drums
en elektrische gitaar.
Vervolgens is het de beurt aan
multi-instrumentalist Don DiLego die met full band opdaagt. Aangezien
het hoe langer hoe meer koppen lopen geblazen is in het café, dient
tijdens de set zelfs het bordje 'uitverkocht' uit de schuif gehaald
te worden. Met hun door americana gedragen, aanstekelijk groovende
rock vormt het ensemble een ideaal opstapje naar de hoofdact van de
avond.
Op de tonen van The Ramones betreden
Jesse Malin en band het podium om al snel vinnig aan te vatten met
'Addicted'. Hoewel pas na enkele nummers twee blazers opduiken, wordt
de door reggae, punk en swing beïnvloede no-nonsense rock vanaf de
allereerste noot met een hoog entertainmentgehalte gebracht. Waar de
frontman tussen de songs door de toeschouwers geregeld uitvoerig
trakteert op anekdotes, heeft hij ook tijdens het spelen oog voor
spektakel door onder meer de toog te beklimmen en zich al zingend
door de op elkaar gepakte aanwezigen een weg naar achter in de zaal
banen. Ook al nemen de twee vorig jaar uitgebrachte langspelers een
belangrijke plaats in de setopbouw in, wordt daarnaast ook veelvuldig
geput uit de rest van de New Yorkers uitgebreide oeuvre. Met onder andere
'Cigarettes and violets' wordt zelfs een aantal keer terug gegrepen
naar Malins inmiddels meer dan een decennium oude debuut 'The fine
art of self destruction'. Als toegift hebben Malin & co nog
enkele fel gesmaakte covers van The Clash ('Rudie can't fail') en Lou
Reed ('Sally can't dance') in petto, en zorgen zo voor een prima kers
op de taart.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten