maandag 2 april 2018

Interview Trapper Schoepp: “Micro verhaaltjes over macro thema's.”


Als piepjonge singer-songwriter uit Wisconsin trok Trapper Schoepp, geflankeerd door begeleidingsband The Shades, enkele jaren terug met debuut 'Run Engine Run' al snel de aandacht van heel wat americana-grootheden zoals The Jayhawks en The Wallflowers, die hem meteen inschakelden als openingsact. Leverde dit een gestaag groeiende populariteit op in zijn thuisland, is – een lp en enkele ep's later – het moment nu aangebroken ook in Europa voet aan de grond trachten te krijgen. Zowat exact twee jaar geleden dook de erg getalenteerde Amerikaan een eerste keer solo en akoestisch op in onze contreien, toen Jesse Malin hem op sleeptouw nam. Binnenkort steekt hij met full band de oceaan over voor een tour die hem naar Italië, Duitsland, Nederland, België en Zweden brengt; een ideaal moment m.a.w. om Schoepp eens te polsen naar verwachtingen, voorbije ervaringen en een huidige stand van zaken.


Hoe heb je die eerste optredens op Europese bodem indertijd beleefd?
Schoepp: Het was een stormachtige trip met Jesse als kapitein van het piratenschip. Elke keer we ergens aanmeerden, gebeurde wel iets interessants. Zo kwam ik in een kleine Belgische gemeente blijkbaar verdacht over op een cassière van een supermarkt die prompt de politie belde. Terwijl ik, me daar volledig niet van bewust, een hele dag wat ronddwaalde in de omgeving, werd een lokale klopjacht gehouden op “de jongeman met de rode pet”- ik dus. Dit kreeg ik echter allemaal pas te horen toen ik terug bij onze – inmiddels grondig doorzochte – tourbus kwam. In Spanje zetten de authoriteiten ons dan weer in het midden van de nacht aan de kant van de weg vanwege een probleem met een veiligheidsgordel. We kregen onze paspoorten pas terug, als we duizend dollar betaalden. Los van zulke zaken was het publiek iedere keer geweldig!

Voel je deze keer een ander soort druk nu je de tour headlinet?
Schoepp: Onderweg moet je natuurlijk altijd een beetje zen zien te blijven of je wordt helemaal gek. Eigenlijk bekijk ik het gewoon dag per dag. Elk concert is toch altijd anders.

Na doorbraakalbum 'Run Engine Run' zijn The Shades uit de groepsnaam verdwenen, en voerde je – met jouw broer Tanner (bas) als enige constante- heel wat personeelswissels door. Heb je ondertussen terug een vaste band rond je verzameld of vat je elk nieuw project aan met andere muzikanten?
Schoepp: The Shades zijn niet echt ontmanteld, maar in dit digitale tijdperk leek het ons makkelijker mij naar voor te schuiven als solo-artiest die af en toe met een groep opdaagt, vooral omdat ik geregeld in verschillende constellaties en lineups toer, wat wel verwarrend over kan komen. Ik houd er overigens erg van om met pickup bands te spelen. Voor mijn generatie is dat een beetje een vergeten kunst. Terwijl ik enorm veel plezier kan beleven aan de spontaniteit van dit gegeven, vind ik een strakke eenheid uiteraard ook geweldig. Dit keer zullen we als kwartet komen met Michael Stewart op drums en Matt Smith op elektrische en slide gitaar.

Hebben die veranderingen de koerswijziging op 'Rangers and Valentines' in de hand gewerkt? Terwijl je nog steeds sterke invloeden van traditionele Amerikaanse genres zoals folk, country en blues blijft behouden, lijkt de originele indierockvibe wat verloren gegaan.
Schoepp: Volgens mij is het vooral de hand van producer Brendan Benson die verantwoordelijk is voor de grootse, wat bombastische feel van de plaat.

Eén van je grote troeven is je prachtige, emotioneel expressieve stem. Zijn er hedendaagse zangers/zangeressen waar je zelf van onder de indruk bent?
Schoepp: Christopher The Conquered! Hij doet weliswaar aan vocale gymnastiek, maar op een dusdanige manier dat het heel intiem aanvoelt. Verder ben ik dol de wijze waarop de First Aid Kit-zussen samen zingen. Het is een moderne uitvoering van een ouderwetse, intrafamiliale zangtraditie. En ook naar Ezra Furman luister ik heel veel.

Zou je, op basis van zijn backingwerk en de paar keer dat hij bij jullie de lead neemt, trouwens kunnen stellen dat Tanner, louter op technisch vlak dan, minstens even goed zingt als jij?
Schoepp: Dat is helemaal waar! Op de middelbare school zat hij in een vocaal jazz ensemble waar ik ook bij solliciteerde, maar niet voor weerhouden werd.

Heb je concrete (muzikale) ambities of laat je alles liefst gewoon op je afkomen?
Schoepp: Vast en zeker het tweede. Ik zie wel waar de wind me brengt.

Tekstgewijs slaag je er telkens in een kleine plot, interpretatie of situatie te vertalen naar een tijdloos idee of gevoel waar veel mensen zich betrokken bij kunnen voelen. Werk je daar bewust naartoe?
Schoepp: Als songschrijver houd ik er een sterke “show, don’t tell”-attitude op na. Op die manier kan ik toch ook nog mijn mening ventileren over hedendaagse hete hangijzers. Als je alles bij elkaar neemt is 'Ballad of Olof Johnson' bijvoorbeeld een verhaal over immigratie, en ik schreef ook nummers die mijn positie tegenover de oorlog in Irak, wapengeweld en recent nog de Me Too beweging duidelijk maken. De beste omschrijving van het hele proces is dat ik micro verhaaltjes over macro onderwerpen schrijf. Het is soms een gewaagde evenwichtsoefening, maar dat is mijn uitgangspunt.

Als een soort moderne troubadour komt dit alles mooi samen op 'Bay Beach Amusement Park'. Deze ep is sterk historisch en regionaal verankerd, en toch slaag je erin de thema's naar een universeel level te brengen. Vanwaar kwam het idee?
Schoepp: De kiem ontsproot tijdens een ritje op de Zippin Pippin, de achtbaan waar Elvis een dikke week voor zijn dood uren in door bracht. Ik schreef er een nummer over dat opgehangen was aan het klikklakkende geluid van het toestel. Hoe vaker ik hierna het park bezocht, hoe meer elke attractie een muzikale ruimte creëerde in mijn geest. Al bij al zijn pretparken echt wel muzikale plaatsen, en dat merk je indien je er eens bij gaat zitten en gewoon luistert. De songs bevatten natuurlijk ook allemaal een metaforisch niveau. Zo gaat 'Ferris Wheel', een nogal surreële vertelling over twee jongens die vast komen te zitten in het reuzenrad, uiteindelijk over het Stockholm syndroom. En de lyrics van 'Bumper Cars' vonden hun oorsprong in de gigantische botsing van ideeën in de aanloop naar de Amerikaanse verkiezingen van 2016.

In het eerder genoemde 'Ballad of Olof Johnson' geef je aan van Zweedse voorvaderen af te stammen. Heb je ook weet van andere Europese familiewortels?
Schoepp: Nog niet, maar we zullen binnenkort in Zweden eens wat navraag doen!

Zit er, tenslotte, nieuw werk in de pijplijn?
Schoepp: We hebben net twee weken studiotijd achter de rug met Pat Sansone van Wilco en Autumn Defense. Ik ben heel trots op wat we daar gepresteerd hebben. Hou het in de gaten, zou ik zeggen!

Uiteraard!

Trapper Schoepp live aan het werk zien kan binnenkort onder meer in Leffinge (Café De Zwerver, 12.04), Eindhoven (De Rozenknop, 14.04) en Weert (Muziekcentrum De Bosuil, 15.04).



Geen opmerkingen:

Een reactie posten