Eerder dan als een klassieke band voelt
Sloppy Jane aan als een conceptueel project met naast muzikale ook
breder artistieke en maatschappelijke aspiraties. Het auditieve, het
visuele en het thematische worden namelijk naadloos op elkaar
afgestemd en lijken evenwaardig qua aandeel in de totaalbeleving. Van
bij de allereerste kennismaking met de bende rond Haley Dahl springt
bijvoorbeeld direct in het oog dat protestnaakt een belangrijke
plaats in het geheel inneemt.
Net zoals de videoclip voor 'Potassium
(We Saw Everything)' geven het psychotisch gelach en de 'They're Coming to Take Me Away'-feel op albumopener 'King Hazy Lady'
duidelijk aan dat waanzin en psychiatrie een andere peiler vormen
waar een significant deel van de constructie aan opgehangen is.
Verder duikt even later ook het terugkerende motief van de kindertijd
duidelijk op de voorgrond. 'Kitchen Store' is met name het soort
scheve nursery rhyme dat op dEUS' 'My Sister = My Clock” allerminst
misstaan had.
Met laatstgenoemde plaat heeft het hele
album – onder meer vanwege een heleboel bruuske tempowisselingen en
een aantal drukke samples – overigens ook het wat rommelige
bricolagesfeertje gemeen. Genregewijs schiet 'Willow' daarenboven
vele kanten uit, dikwijls zelfs binnen een song. Leunen de
gitaarpartijen zowel qua sound als qua spel vaak aan bij de no wave
uit Sonic Youths beginperiode, kom je evengoed een flinke dosis lofi
singersongwriter, een smerige lap riot grrrl-grunge, een streepje
croonerjazz of een flard dance tegen.
Op die manier draait Sloppy Janes
langspeeldebuut uit op een experimenteel, rauw, chaotisch en best wel
vervreemdend werkstuk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten