Romano Nervoso's zelfverklaarde
spaghetti rock, die nog steeds een mix is van punk en glamrock, komt
op de derde langspeler van het vijftal uit La Louvière snedig,
krachtig en gebald voor de dag. Eens te meer laten frontman Giacomo
Panarisi & co emotie, opstandigheid en entertainment vlotjes hand
in hand gaan.
Gedragen door een eerlijke,
in-your-face gitaarsound grijpt het up-tempo openingstrio, waaronder
vooruitgeschoven single 'Rather Kill a Man' – dat afgaande op
enkele interviews Panarisi's groeiende teleurstelling in de mensheid
veruitwendigt – je meteen bij de kraag met zijn
energieke, catchy en instant
toegankelijke punkrock. Daarmee is de toon voor de rest van het album
dan ook definitief gezet.
De Italo-Belgen werken als vanouds met
direct verwoorde, herkenbare thema's en aarzelen niet er geregeld
enkele rockgemeensplaatsen tegenaan te mikken. Romano Nervoso's
arbeidersklasserock beschikt echter over zulk een onmiskenbare
geloofwaardigheid en authenticiteit dat het hele plaatje – met een
spotlight op Panarisi's onafscheidelijke glitterbroek die het deze
keer zelfs tot albumhoes schopte – ten allen tijde volledig klopt.
Dat geldt evenzeer voor de samenwerking
met BJ Scott die met de slepende classic rock van 'In My Mind' een
nummer helemaal op maat van haar soulvolle bluesstem krijgt
aangeboden. Panarisi valt als zanger trouwens allerminst door de mand
tijdens dit duet. Grootste verrassing en één van de hoogtepunten
van de plaat vormt hierna afsluiter 'Meet the 300 Sicilians' dat met
zijn westernritme en diep grommende croon toch wel een buitenbeentje
vormt in het oeuvre van de band.
Liefhebbers van ongecompliceerde rock
recht uit het hart vinden op 'I Don't Trust Anybody Who Doesn't Like
Rock n Roll' met andere woorden zeker hun gading.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten