maandag 21 september 2015

Leffingeleuren met o.a. La Luz, TORRES en Menace Beach op 19.09.15

Het festivalseizoen in stijl afsluiten kon je ook dit jaar naar goede gewoonte in de schaduw van de kerktoren van Leffinge, waar De Zwerver een prima affiche verdeelde over drie dagen en vier podia, waarvan er eentje gratis toegankelijk was. Op dit laatste krijgen een hele reeks singersongwriters een namiddag lang speelgelegenheid aangeboden, waarna, via een uitgebreid burlesque intermezzo, de lijzige garagerockers van The Future Dead de zaak mogen afsluiten.


Ook voor het betalende gedeelte krijgen enkele Belgische acts een duwtje in de rug door hen de grote zalen te laten inspelen. Zo brengt het de clichématische rockposes niet schuwende dirk. in de vroege namiddag een soort hedendaagse indierock die geregeld wat bombastisch overkomt en bij momenten wel erg de lamenterende tour op gaat.

In een Kapel gedoopte tent mag Blow dan weer een eerste poging ondernemen de mensen in beweging te krijgen met enkel drums en twee saxofoons. Hun eerder simpele, instant dansbare stukken verraden nog een ruime progressiemarge, onder meer op het vlak van structurele uitwerking en totaalgeluid.

Met maar liefst drie gitaren trekt Menace Beach even later wel een flinke wall of sound op die een aardig volgelopen café onderdompelt in een heuse rockclubsfeer. Tussen de stomende geluidsgolven blijken de Britten evenwel aardig wat catchy deuntjes verborgen te hebben die grotendeels teruggrijpen naar de jaren 90; denk dan vooral richting The Vaselines, Teenage Fanclub en The Charlatans. Terwijl frontman Ryan Needham voor een gedreven, wat theatrale performance zorgt, is het vooral gitariste/toetseniste/vocaliste Liza Violet die met een hele resem ingenieuze aanvullingen op bescheiden wijze de show steelt.

Het naar triphop neigend nummer waarmee TORRES vervolgens overtuigend aanvat in de grote zaal stelt spilfiguur Mackenzie Scott in staat meteen uit te pakken met haar veelzijdig en diep spittende stemgebruik dat niet moet onderdoen voor pakweg Sinéad O'Connor. Met 'Sprinter' eerder vroeg in de opbouw blijft de strakke, plechtstatig statische begeleidingsband hierna wat lang in eenzelfde register steken om voor de hele duur van het optreden even hard te kunnen beklijven. Pas helemaal op het eind krijgt de gashendel nog eens een ferme ruk voorwaarts, en haalt Scott (eindelijk) haar door merg en been snijdendste schreeuwvocalen weer boven.

Waar Wand binnen elk nummer een geweldige dynamiek weet neer te leggen, hebben de Californiërs behoorlijk wat moeite deze lijn naar een hele set te vertalen. Dat het kwartet in het begin te kampen heeft met drumtechnische problemen wordt prima opgelost door spontaan enkele covers van Lou Reed en Neil Young uit de mouw te schudden, en blijkt immers niet de hoofdoorzaak van de rommelige indruk die ze wekken. Hun garagepunk met psychedelische invloeden genre de Black Lips werkt van climax naar climax, maar ze kunnen deze hoogtepunten nergens lang genoeg aanhouden noch organisch laten uitdoven. Speerpunt Cory Hanson lijkt daarenboven al te opzichtig met de drummer op een eiland te spelen, wat het geheel uiteindelijk niet ten goede komt.

Voor echte verrassingen kom je bij Dans Dans ondertussen niet meer te staan. Hun instrumentale rock is nagenoeg helemaal gestoeld op Bert Dockx' enorme arsenaal aan jazzy gitaarprogressies, wordt technisch perfect uitgevoerd, en met voldoende gevoel en variatie gebracht om een klein uur te blijven boeien en het soundtrackgevoel volledig te overstijgen. De indrukwekkende totaalsound speelt hierbij uiteraard allerminst een geringe rol.

Dat La Luz vorig jaar tijdens Instant Karma een erg goede beurt maakte leverde het viertal een welverdiende plaats als afsluiter van de Kapel op, een rol die de Seattleites met verve op zich nemen. Shana Cleveland op kop wekken de luzers een uiterst geconcentreerde indruk, waardoor zelfs met een vergrootglas geen slordigheidjes meer te bespeuren vallen. Toch gaat dit niet ten koste van de levendigheid van de performance. Hun fabelachtige indiesurf schippert succesvol tussen bedwelmen en opzwepen, en vormt in wezen één groot reclameboodschap voor het nieuwe album 'Weirdo shrine' dat ze deze tour komen voorstellen. Uiteraard krijgen ook een aantal nummers uit 'It's alive' een plaats in de goed uitgebalanceerde set, met name de drie singles aangevuld met het op de tot de verbeelding sprekende frase “There's rats in the ceiling, hear them crawl” drijvende 'Morning high' en het hypnotizerende 'You can never know', waardoor La Luz zich als niet minder dan een ijzersterke afsluiter presenteert.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten