zaterdag 29 februari 2020

Le Butcherettes – 'Don't Bleed': van lofi naar electropop


Doorheen de jaren heeft electronica een steeds groter wordende invloed uitgeoefend op de sound en stijl van Le Butcherettes, wat een (voorlopig) culminatiepunt vindt in de zeven nummers tellende, minder dan twintig minuten durende 'Don't Bleed'-ep waarop eigenlijk nauwelijks nog sprake is van gitaarrock.


Terwijl opener 'Wounds Belong to Me' een erg minimalistische, uiterst lofi opgenomen folky song is, neigen het vinnige 'Out for You' en het loomgroovende 'Don't Bleed, You're In the Middle of the Forest' nog naar electrorock. Vervolgens evolueert de plaat stilistisch (via een soort jaren 80-clubmuziek tussenhalte) in sneltempo richting onversneden hedendaagse pop. Waar 'Love Someone' toewerkt naar een melodieus refrein, eindigt de ep dreigend en donker sfeervolle met het aan een duistere, slepend trage beat opgehangen, bezwerende 'Boom'.

Op 'Don't Bleed' verkennen Teri Gender Bender en de haren met andere woorden steeds meer nieuw terrein waarbij de gitaar uiteindelijk helemaal wordt ingeruild voor de laptop.



zaterdag 22 februari 2020

Sleater-Kinney in Botanique (Brussel) op 21.02.20


Om maar met de deur in huis te vallen, krijg je meteen een dubbele “Ja” als antwoord op de twee hamvragen “Wordt Janet Weiss gemist?” en “Staat Sleater-Kinney er nog steeds als groep?” Terwijl je moet toegeven dat de oudere nummers een tikkeltje van de punch van weleer verloren, kan je er anderzijds ook niet naast kijken dat Sleater-Kinney ondertussen een ander soort band is geworden die daar ook niet noodzakelijk meer op mikt.


Het openende post-reunie trio 'The Center Won't Hold', 'Hurry on Home' en 'Price Tag', waartijdens Carrie Brownstein zich met haar visuele performance, expressief gebrachte zangprestaties en soepele, vloeiende gitaarspel opwerpt als zwaartepunt van het kwintet, maken dit al snel duidelijk. Songstructuren, het galmende, van synths voorzien geluid en de eighties geïnspireerde lichtshow laten het geheel aanschurken tegen een soort industrial new wave. Waar de totaalsound (ondanks dat de derde gitaar en keyoard vaak verdwijnen tijdens oud materiaal) hier constant in min of meerdere mate door beïnvloed blijft, treedt Corin Tucker via onder meer 'Jumpers' steeds feller op de voorgrond.

In een strakke, vloeiende, van veel vaart voorziene uitvoering, wisselen recent en klassiek materiaal elkaar in sneltempo af. Brownstein gaat tekeer op haar gitaar alsof haar leven ervan afhangt, en Tucker haalt geregeld de zo typerende oerschreeuw naar boven. Na goed 75 minuten bereikt de reguliere set zo een culminatiepunt in het afsluitende 'Entertain'. Als eerste bisnummer krijgt de ingetogen ballad 'Broken' een passende, enkel uit piano en zang bestaande podiumversie mee. Weer op volle getalsterkte, wordt de gashendel vervolgens nog een tiental minuten weer helemaal opengedraaid om definitief te eindigen met het ouderwets altrockende 'Dig Me Out'.

Het optreden in een uitverkochte Orangerie van de Botanique bewees dat het vernieuwde Sleater-Kinney nog steeds een ijzersterke liveband is, die weliswaar het roer onlangs drastisch omgooide. Een waardeoordeel hangt dan ook af van ieders persoonlijke smaak.

https://www.facebook.com/overfromunderground/


donderdag 20 februari 2020

Heimat in Café Central (Brussel) op 19.02.20


In de vier jaar die tussen de titelloze debuutplaat en het heden ligt, wist Heimat zich duidelijk een aardige reputatie op te bouwen. In het ruime Café Central is het namelijk volop wemelen, drummen en uiteindelijk zelfs koppen lopen reeds lang voor het Straatsburgse duo aan de set begint.


Nauwelijks een minuut of vijf nadat ze het podium betraden, en laptop, synths en microfoon inplugden trappen Olivier Demeaux en Armelle Oberlé af met 'So Traurig'. Na deze eerder rustige aanvang laat het hieropvolgende nieuwe nummer met zijn agressieve beats het andere einde van het door het combo bestreken spectrum zien. 'Tot und Hoch' is vervolgens het geknipte recept om de hele zaal mee te zuigen in een kolkende roes. Openend met een (in de cultuurhistorische betekenis van het woord) romantisch aanvoelende aanhef, schiet de song halverwege abrupt in Heimats kenmerkende dynamische, drukke en opzwepend groovende, complexe beat, die veelal steunt op een pompende basdreun waarrond een heleboel lichtvoetigere percussie, bezwerende melodietjes en sfeerscheppende sounds cirkelen. De intensiteit zal van dan af aan niet meer zakken.

Met het aura, het timbre en de zanglijnen van een sirene uit legendes en sagen hypnotizeert Oberlé bij wijze van spreken de toehoorders. Het klankenpallet van het afwisselend gehanteerde Duits en Italiaans past ook perfect in deze optiek. Met het vooruitgeschoven 'Unterwegs' kondigde Heimat onlangs aan dat later dit jaar een tweede release in de rekken zal liggen. Waar deze single deze avond niet naar de planken gebracht wordt, zijn de twee gespeelde onuitgegeven songs snediger en krachtiger van aard. Zo passen ze perfect bij ouder werk zoals 'Pompei' en 'Trocadéro'.

Wegens een (te) lang uitgelopen voorprogramma en een tijdsbegrenzing op nachtlawaai zit de duidelijk felgesmaakte show er tamelijk snel verplicht op. Na een goed half uur vormt een intens, opzwepend en uitermate dansbaar 'Wieder Ja!' immers alreeds het slotakoord van een dito liveperformace. Wie er niet bij kon zijn of er niet genoeg van kreeg, kan morgen (21.02) overigens nog terecht in Doornik (Water Moulin).

https://www.facebook.com/overfromunderground/


dinsdag 18 februari 2020

SUO in café Chaff (Brussel) op 17.02.20


Dat SUO Saara Untracht-Oakners soloproject is, betekent niet dat ze in haar eentje het podium betreedt. Momenteel toert de drijvende kracht achter garagerocktrio Boytoy immers door Europa met een vijfkoppige begeleidingsgroep die uit erg geschoolde muzikanten bestaat.


In café Chaff aan het Brusselse Vossenplein wordt overtuigend afgetrapt met 'Time Junkie'. Terwijl het jeugdig ogende begeledingskwintet muzikaal spelenderwijs uitblinkt (zowel individueel als qua samenspel) en een goed gestoffeerde, frivole swingsound neerlegt, is het Untracht-Oakner die er met haar meer garagepunkgeörienteerde gitaarpartijen voor zorgt dat het geheel niet al te zoetsappig voor de dag komt. Door die inkleding brengt SUO naar voor dat - hoe genredivers nummers als het rauwrockerige 'Suffer', het oldiespopgetinte 'Honey I'm Down' of het bedwelmende 'Who's It Gonna Be' ook mogen zijn - telkens een catchy, meeslepende song aan het live gepresenteerde eindproduct ten grondslag ligt.

Op twee nummers na put de volledige set logischerwijze uit het vorig jaar verschenen debuutalbum 'Dancing Spots and Dungeons'. In een ongedwongen sfeer zetten Untracht-Oakner & co een levendige, spitant groovende prestatie neer die regulier afsluit met een snedig 'Mr All', waarna ook nog eenmaal ingegaan wordt op een verzoek voor een toegift. De New Yorkse frontvrouw en het Chaffcafé matchen onmiskenbaar goed met elkaar. Na een aantal keer Boytoy blijkt nu ook SUO een schot in de roos op het intimistische podium.



zondag 16 februari 2020

ShitKid – 'Duo Limbo/'Mellan himmel å helvete'': heavy altrock


Waar ShitKid ten tijde van de eerste twee platen, toen het project van Åsa Söderqvist nog als duo opereerde en een soort experimenteel singersongschrijverschap bracht, liveshows steevast gepaard liet gaan met een choreografische pastiche op hardrock, is 'Duo Limbo/'Mellan himmel å helvete'' alreeds de tweede plaat op rij waarop de Zweedsen zelf grossieren in een erg heavy rockvariant. Om tot de gepresenteerde sludgy, grungy alternatieve rock te komen, kregen Söderqvist en vaste kompaan Lina Molarin trouwens behoorlijk wat (zijn stempeldrukkende) hulp van enkele indrukwekkende namen uit het genre, zijnde Melvins Buzz en Dale, en Buttthole Surfer Paul Leary.


Strikt genomen bevat de plaat slechts vier originele, nieuwe nummers. Elk van dezen verschijnt in twee uitvoeringen op het album, namelijk één met een Engelse tekst en één in een Zweedse vertaling hiervan. De overige productionele verschillen zijn miniem. Daardoor krijgt de (qua songmateriaal) feitelijke ep wel het allure van een lp. Zeker als je er nog bijrekent dat een in vier seconden uitgesproken zinnetje aangaande het halen van bier ook twee keer als track wordt meegeteld.

Terwijl 'Get Jealous' opgehangen is aan een zware, repetitieve riff, zijn 'Feels Like the Movies' en 'Anger MGMT' ware slepers, en krijg je in 'Eagles Over America' een catchy punkrockinvloed te horen. De vocalen klinken telkens scherp en intens. Shitkid combineert op die manier nu al twee releases lang aanstekelijke rock met een wat weirde vibe, wat niet wegneemt dat een zeker heimwee naar de muziek op 'This Is It' blijft sluimeren.



zaterdag 8 februari 2020

Chastity Belt/Loose Tooth: 'The Process'/'Lonely': perfecte match


Slechts enkele maanden na de release van hun recentste plaat komt Chastity Belt alweer met nieuw werk op de proppen; dit onder de vorm van een splitsingle met Loose Tooth. Laatsgenoemde's 'Lonely' sluit overigens stilistisch naadloos aan bij eerder materiaal van de Seattleites, waardoor je vast en zeker over een prima match kan spreken. Meer dan om het even waar op hun eerdere ep of lp bezigt het Australische trio immers vintage Chastity Belt-gitaarpartijen met bijpassende kadans. De zuivere, dynamische vocalen en de energieke, catchy gitaarpopzanglijn tijdens het refrein drukken dan weer ruimschoots voldoende hun eigen stempel.


Het openende 'The Process' zou zo maar de titel van het nieuwe clublied van Anderlecht kunnen zijn, maar wijst in dit geval op Julia Shapiro's in positieve zin evoluerende, thematische worsteling met levensangst en neerslachtigheid. In een heldere, veel galm gebruikende productie klinkt Chastity Belts deel van het werkstuk namelijk verrassend frivool, grotendeels te danken aan de gebalde, krachtige, repetitieve riff waar de song aan opgehangen is. Terwijl Shapiro's zangstijl ingetogen blijft, komt Chastity Belt hierdoor in zijn geheel veel energieker en uitbundiger voor de dag dan op elk moment van de vorig jaar verschenen titelloze langspeler het geval was.