donderdag 28 februari 2019

Cherry Glazerr – 'Stuffed & Ready': self explained via aanstekelijke indiegrunge


Door reeds op vijftienjarige leeftijd op het muzikale voorplan te treden, zal Clementine Creevy's vroege adolescentie onvermijdelijk voor een deel afwijkend geweest zijn van wat doorgaans het geval is. Op 'Stuffed & Ready' spit Cherry Glazerrs frontvrouw het resultaat van een verregaande zelfanalyse naar boven, waardoor ook de luisteraar hier een inkijk in krijgt. Aldus blijkt onder meer dat de (op de openingslyric van het twee jaar oude 'Apocalipstick') zelfverklaarde “lone wolf” op sociaal vlak nog steeds haar plaats niet gevonden heeft, zoals duidelijk naar voor komt op songs als 'Self Explained' en 'Isolation'.


Muzikaal valt de sinds vertrek van Sasami Ashworth tot een trio herleide band terug op stevige gitaarmuren afgewisseld met in reverb gedrenkte, ijlere partijen. Doordat ze er niet voor terugschrikken de meest diverse invloeden (bijvooreeld de triphopbaslijn van 'Isolation' of de lichte reggaebeat op het eerder genoemde 'Self Explained') in het geheel te smokkelen, weten Creevy en co binnen het genre een heel album lang erg gevarieerd voor de dag te komen. Zonder ook maar iets aan coherentie te verliezen, smeedt Cherry Glazerr op die manier onder meer de gitaarrock van 'Waisted Nun', het tussen experimentele indiepop en altrock zwevende 'Daddi', het hypnotizerende 'Pieces' en het afsluitende grungeduo 'Stupid Fish'/'Distressor' samen tot een krachtige, organische eenheid.

Voor de derde keer op rij bewijst Clementine Creevy zich als één van de creatievere songschrijvers binnen de hedendaagse alternatieve rock. 'Stuffed & Ready' klinkt enorm oprecht en is een groovy, energieke en catchy plaat die moeiteloos de al te platgetreden paden weet te ontwijken.

Cherry Glazerr live aan het werk zien kan binnenkort in onder andere Brussel (09.04, Botanique), Amsterdam (18.04, Bitterzoet) en Rotterdam (19.04, Motel Mozaïque Festival).





donderdag 21 februari 2019

Le Butcherettes – 'bi/MENTAL': beklijvend en uit noodzaak


Le Butcherettes' nieuwste werd volledig getriggered door een verregaand crisismoment dat frontvrouw Teri Gender Bender beleefde met haar aan een bipolaire stoornis lijdende moeder, een feit dat je gereflecteerd ziet in de albumtitel en de tipografie van de songnamen. Het bleek tevens aanleiding om de problematische relatie die ze onderhield met haar reeds enige tijd overleden vader, waar ze vooralsnog vrede mee leek gevonden te hebben, nog eens op te rakelen. Openingslyric van de plaat “Injuries are slashed deep open” is daaromtrent ondubbelzinnig.


Vergeleken met de daarbuiten eveneens op maatschappelijke thema's gerichte vorige langspeler 'A Raw Youth', trekt 'bi/MENTAL' volledig de persoonlijke kaart. Vlak na de aanvaring met haar moeder trok Gender Bender zich terug in absoluut isolement om het gebeurde en de impact ervan verwoed in de nummers om te zetten dit album bevolken. Toch was de gelegenheid ook ideaal om het enkele jaren terug reeds op Soundcloud gegooide 'mother/HOLDS' herop te vissen en naadloos in het geheel te passen.

Muzikaal vallen Le Butcherettes terug op de gekende hoekig groovende ritmesectie en expliciete dynamiek waar een aanstekelijk popdeuntje even makkelijk als een lofi, traditionele folkstrofe kan uitbarsten in een groots gitaarrockrefrein. Boven de met electronica doorspekte, wat mechanisch aanvoelende gitaren die voor een groot stuk de totaalsound domineren, komt Gender Bender vocaal erg gevarieerd voor de dag. Haar expressief gebrachte, catchy zanglijnen krijgen de ene keer een fluisterstem mee om dan weer lijzig uit de hoek te komen, op lieflijkheid in te zetten of door merg en een snijdend, op volle kracht uit te halen.

'bi/MENTAL' vormt op die manier een beklijvend, door noodzaak voortgestuwd werkstuk waarop Teri Gender Bender onversaagd de strijd met haar demonen tot op het bot aangaat.

Le Butcherettes live aan het werk zien kan binnenkort in onder andere Amsterdam (29.03, Paradiso) en Gent (04.04, Charlatan).



donderdag 14 februari 2019

Trapper Schoepp – 'Primetime Illusion': onder de huid kruipend en catchy


Zowat zeven jaar na het indrukwekkende, met een flinke dosis country geïnjecteerde indierockdebuut 'Run, Engine, Run' heeft Trapper Schoepp, na het vertrek van gitaristen David Boigenzahn en Graham Hunt, de alternatieve rockfeel grotendeels van zich afgegooid, en heeft hij zowat alles in handen om uit te groeien tot een grote Americana-ster, zijnde een soepele, expressieve, emotioneel geladen stem, de potentie om – zowel qua muziek als qua lyrics – universeel toegankelijke songs met de nodige diepgang af te leveren, de steun van gevestigde waarden binnen het genre zoals The Wallflowers, The Jayhawks en Wilco (wiens Pat Sansone instond voor de productie van 'Primetime Illusion') en, last but not least, een recente boost aan exposure door een generatiesoverschrijdende samenwerking met Bob Dylan tot stand te brengen.


Het resultaat van deze geofficialiseerde co-songschrijverij (waarbij Schoepp een recent opgedoken flard tekst van Dylan ten tijde van diens debuutopnames afwerkte en op muziek zette) krijgt in de vorm van de tijdloze countryfolkballade 'On, Wisconsin' op het album een plaats als afsluiter annex orgelpunt. Eerder vatte 'Primetime Illusion' prima aan met enkele spitant melancholische midtempo folkrocksongs om dan via een verheartland-rockte cover van Sister Double Happiness' 'Freight Train' een eerste keer stevig uit de hoek te komen. Dit procédé krijgt even later een prima herhaling met op een stevige standaardriff drijvende, van een uiterst aanstekelijk refrein voorziene 'If All My Nines Were X's'. Volgend op het ingetogen pakkende 'Sleight Of Hand' vind je in het lichtjes western-getinte 'TV Shows' (dat zowat fungeert als titelsong) vervolgens misschien wel het beste nummer op de plaat.

In vergelijking met de drie jaar oude, vorige langspeler 'Rangers & Valentines' is de productie een pak soberder. Geen soulvolle backingkoren noch blazers of strijkers deze keer om de boel op te smukken, en in se hebben de songs dat ook niet nodig. Op de wegens de maatschappelijke relevante thematiek van 'What You Do To Her' erg passende bijdrage van vrouwlijke singer-songwriter Nicole Atkins na, rooien Trapper en broer Tanner (tevens bassist) in een ondersteunende rol het vocaal overtuigend met hun beiden. Het gebrachte materiaal is verder sterk genoeg om ook in een standaard rockbezetting met hier en daar een prominente rol voor pianotoetsen en een sporadisch gebrachte mondharmonica te staan als een huis.

Hoofdzakelijk steunend op de ingenieuze, meeslepende zanglijnen van de frontman, leverde Trapper Schoepp op die manier met 'Primetime Illusion' eens te meer een zowel erg catchy als onder de huid kruipend indringende langspeler af.

Trapper Schoepp live aan het werk zien kan binnenkort in onder andere Amserdam (28.03, Paradiso Noord) en Antwerpen (30.03, Kavka).



maandag 11 februari 2019

A Tribe Called Red in Botanique (Brussel) op 10.02.19


Meer dan tien jaar geleden kwam het Canadese A Tribe Called Red op het idee moderne clubmuziek te infuseren met oeroude traditionele drumbeats en tribale koorzangen. Het bleek een schot in de roos en de dj's groeiden al snel uit tot vaandeldragers van het Pow Wow-stepgenre dat hoe langer hoe meer ook in Europa voet aan de grond krijgt; getuige hiervan een volledig uitverkochte merch-stand nog voor hun zevende en laatste tourdate in de Witloofbar van de Botanique.


2oolman en Bear Witness gooien er meteen de beuk in met John Trudells 'We Are the Halluci Nation'-spoken word uit de recenste, gelijkgetitelde langspeler boven het oudere, opzwepende 'Electric Pow Wow Drum'. Al snel maakt danser Matthew Wood in vol ornaat een eerste keer zijn opwachting met een – in navolging van de muziek – mix van urban en traditionele dancemoves. Als hij even later bij 'Sisters' ook in zijn eentje opduikt wordt duidelijk dat vaste danseres Angela Miracle Gladue deze keer niet van de partij is, en dat Wood er alleen voor staat, en dat dan ook weer niet volledig vermits hij enkele keren een erg jeugdige toeschouwer mee het podium opvraagt die zo succesvol zijn kunnen weet te etaleren.

Gewapend met een heel arsenaal samples gaande van een flard Paul Revere over een speech van Wednesday uit 'The Addams Family' tot raps van Yasiin Bey weven de dj's de nummers naadloos in elkaar. De indigenous elementen zijn niet altijd even prominent aanwezig in het geheel dat geregeld resoluut de richting van r&b, hiphop of dancehall inslaat. Steeds blijft de set even meeslepend als bezwerend, maar een song als 'R.E.D.' heeft door die aanpak een des te grotere impact. Na een dik uur maakt de indringende roep om toegiften dan ook duidelijk dat Brussel helemaal overstag ging voor de enthousiasmerende Pow Wow-step van A Tribe Called Red.





dinsdag 5 februari 2019

Mozes and the Firstborn – 'Dadcore': triomfantelijke ode aan goede rockmuziek


Mozes and the Firstborn klinkt al enige tijd helemaal bevrijd van verwachtingspatronen, druk en persoonlijke crises. Na het intense, bol van de spanning staande 'Great Pile of Nothing' vindt het Eindhovense viertal op 'Dadcore' een aanzienlijk deel van de jeugdige onbezonnenheid die hun debuut kenmerkte terug. De titel geeft daarenboven met een knipoog aan dat niet krampachtig aansluiting bij de jeugd wordt gezocht, vermits dat heden ten dage nagenoeg onmogelijk lijkt indien je gitaarrock brengt.


Bovendien wordt ook nostalgisch teruggegegrepen naar een retro-muziekeleving. Geheel in lijn met de vorig jaar opgerichte Cassette Club bevat het album heel wat beknopte intermezzo's die de ene keer het typische geluid van het indrukken van de Rec-knop van een cassettespeler mimicreren en de andere keer dan weer de illusie van overlijfselen van songs waarboven niet helemaal accuraat andere muziek werd opgenomen of spontane homerecordings weergeven.

Op die manier gepresenteerd als een soort ouderwetse mixtape brengt Mozes and the Firstborn een overtuigende combinatie op de mat van de frivoliteit en ontstuimige drang van hun beginperiode met de zich plechtstatig ontplooiende gitaarerupties van hun tweede langspeler. Of het nu gaat om de southern rock van 'Baldly', de poppy gitaarrock van 'Sad Supermarket Song', de grunge van 'Scotch Tape Stick With Me' of de singersongwriter-stuff van 'Fly Out', telkens weer bevatten de door de melancholische vocalen van Melle Dielesen gedragen refreinen de potentie uit te groeien tot ware anthems. In zijn geheel maakt dit 'Dadcore' een groovy, catchy en enthousiast meesterwerk dat de jeugd uitdaagt hun mening omtrent gitaarmuziek misschien toch nog eens te herzien.

Mozes and the Firstborn live aan het werk zien kan binnenkort in onder andere Amsterdam (07.03, Bitterzoet), Hasselt (13.03, Muziekodroom) en Utrecht (14.03, EKKO). Dat zal zonder drummer Raven Aartsen zijn die de tijd en ruimte krijgt andere artistieke ambities realizeren.

https://www.facebook.com/Over-from-underground-1466055173714208/